Naar inhoud springen

Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/205

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

AANTEEKENINGEN HOOFDSTUK VIII. ¹) Het ontstaan der Christelijke Gereformeerde Kerk, haar strijd en hare verdere geschiedenis, door H. DE COCK, eerste stuk. De Afscheiding in 't Noorden van ons land, Groningen, G. J. Reits, 1873, blz. 21. Hoe het met de predikanten over heel het land stond moge blijken uit het feit dat onder de meer dan veertienhonderd predi- kanten in de Hervormde Kerk zich geene enkele stem van goedkeuring deed hooren, toen Da Costa zich had laten hooren", De Cock a.w. blz. 9. Het is erg jammer dat dit geschiedwerk, zoo uitnemend in aanvang en opzet, niet verder is voortgezet dan tot blz. 72. Het tweede stuk, dat werd aangekondigd, en spoedig ter perse zou gaan, zou behelzen: De Afscheiding in de overige Provincien van ons land, de vervolging vanwege de Regeering en de geschiedenis der kerk tot de Synode. Het is gebleven bij de aankondiging ,dat het spoedig ter perse gaat". Aan de beschrijving van De Afscheiding in het Noorden van ons land, gaat een hoofdstuk vooraf over den Toestand der Hervormde Kerk in Nederland voor de Afscheiding, dat een korte en zeer juiste schets van dien toestand biedt. 2) Nog steeds blijft van uitnemende waarde voor de karakterteekening van Hendrik de Cock prof. M. Noordtzij's Herinnering en Waardeering. Hendrik de Cock, de vader der Reformatie van 1834, door M. NOORDTZIJ, hoogleeraar, Kampen, Ph. Zalsman, 1911. Noordtzij zegt in het Woord Vooraf: „Doordien mijne gade een kleindochter van Hendrik de Cock is, kwamen zijne nagelaten papieren in mijn hand, kon ik hem en zijn arbeid beter naar eigen bedoelen teekenen en meer in psychologische ontwikke- ling doen kennen." Vgl. voor de kantteekening vooral blz. 10. 3) Vgl. ook Herinnering en Waardeering, blz. 6. 4) Ds J. G. Oosterbeek, een man van ,liberale verdraagzaamheid" scherpte zijn leerling in dat hij op de hoogte van zijn tijd moest zijn en met zijn tijd vooruit gaan", vgl. Noordtzij, a. w. blz. 7. 5) Men vergete toch niet te vergelijken een opstel van prof. dr H. Bavinck: Theologische Richtingen in Nederland, Tijdschrift voor Geref. Theol., 1894, blz. 161 vv. 6) Hendrik de Cock werd reeds op twee en twintig jarigen leeftijd candidaat, geëxamineerd door 't provinciaal kerkbestuur van Groningen, zonder ooit bij eenig onderzoek teleurgesteld te zijn". Hij had in Groningen kamers bij een vriend van zijn vader en werd door dezen als kind in huis behandeld. Wat dr Gieseler meldt in het reeds vroeger a. w. over De Cock's studievermogen, berust op informaties gegeven door prof. P. Hofstede de Groot, die hem goed kende, doch toen reeds zijn volslagen tegenstander was. 7) Men vgl. voor 't geslacht der Begemann's het Biographisch Woordenboek in voce. De derde Begemann daar genoemd komt steeds in de brieven voor van De Cock, als hij een reisje maakt naar Limburg. Een lid dezer familie, ook door De Cock in zijn brieven op reis geschreven, was de bekende pred. van Norg, van wien Tamme Foppens de Haan lessen ontving ter voorbereiding voor de Hoogeschool. Frederik