Naar inhoud springen

Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/280

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

234 VERDERE ONTWIKKELING als zijn meening uit te spreken dat een van de pesten onzer kerk is de menigte en verscheidenheid der vraagboekjes, welk kwaad hij door de uitgave van dit boekje wel schijnt te vermeerderen, schoon het tegendeel wenschende. Hij is van oordeel, dat zelfs een Hellenbroek en Francken en meer anderen door hem genoemd, door het uitgeven hunner vraag- boekjes geen nut maar schade aan de kerk gedaan hebben." Hij keurt ze niet af, maar de kerk had er geene behoefte aan." ,,Schijnt men vóór de Synode van Dordrecht meest de Catechismus zelve tot het algemeen onderwijs gebruikt te hebben, na deze synode is dit gouden kleinood (het Kort Begrip) tot algemeen gebruik vervaardigd en algemeen goedgekeurd." Door die vragenboekjes werden, het eene het andere verdringende de dienstboden daardoor gedurig tot nieuwe onkosten genoopt." Zijn groot bezwaar tegen vele van deze boekjes is, dat ze in plaats ,van de waarheid meer op te helderen, die meer verdonkerd hebben". Het Kort Begrip is mede daarom zoozeer aan te bevelen omdat het tevens kan strekken ,als een band en kort begrip van onze formulieren van éénheid, waaromtrent eene schromelijke onkunde heerscht in onze dagen." ,Zoo kan dan, wan- neer men daarbij naleest telkens de aangehaalde formulieren van éénheid, dit leerboekje onder Gods zegen bizonder dienstbaar worden tot weder- keering tot dien weg onzer vaderen, langs welke zij de waarachtige vrede hunner zielen gevonden hebben en den zegen des Heeren zijn deelachtig geworden." Hij spreekt ook nog den wensch uit, dat dit boekje ,door Godvreezende huisvaders als handleiding genomen" worde. In hetzelfde jaar werd door De Cock uitgegeven te Veendam bij T. E. Mulder Besluiten van de Nationale Dordsche Synode, gehouden in den jare 1618 en 1619, te Dordrecht uitgegeven door en met eene voorrede van HENDRIK DE COCK, gereformeerd leeraar te Ulrum. Nadrukkelijk vermeldt het titelblad : gedrukt voor rekening van den uitgever. De Cock zon daarbij niet op winstbejag, doch nu hij deze uitgave voor eigen rekening nam kon hij daarvan wegschenken zooveel hem goeddacht. De inhoud van de teksten op het titelblad slaat op de valsche profeten en zijn ontleend aan het Oude Testament (Jer. 5: 30, 31; Jes. 24 : 5; Jes. 30 10; Jes. 59: 14, 15a). De teksten aan de keerzijde van het titelblad wekken op tot trouw in den dienst (Jud.: 3; Hebr. 13: 9; 2 Tim. 4: 2, 3; 2 Petr. 3 : 3; 2 Tim. 3: 12-14; Tit. 2 : 15). In de voorrede vangt hij aan met te herinneren aan het réveil zoowel buiten ons land als ook in het eigen vaderland. Hier noemt hij den naam van den ,moedigen en godvreezenden Baron van Zuilen Nyeveld" voor het eerst. Bij deze uitgave doet hij niets anders dan wat voor ruim