Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/9

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
 


WOORD VOORAF

 

MEENDE nog Dr L. Wagenaar op de eerste bladzijde van zijn dissertatie tegenover den titel „Het Réveil en de Afscheiding” het motto te moeten plaatsen: „Ich habe es gewagt”, en zich te moeten haasten in de voorrede de bekentenis te doen: „niet zonder vreeze en beving heb ik het gewaagd het hoogst interessante, maar ook hoogst „gevaarlijke” gebied van de bijna contemporeele historie onzer Hervormde Kerk te betreden”, aan het boek dat hiermede over de Afscheiding van mijn hand verschijnt, zijn zoovele grootere en kleinere boeken, geschriften, monographieën, brochures en artikelen in onderscheiden periodieken voorafgegaan, dat een: „ook ik heb het gewaagd” over de Afscheiding te schrijven, wel wat al te vreemden indruk zoude maken. Toch wil ik verdedigen waarom ook ik dan nog mij zette tot de beschrijving van dat deel van de geschiedenis der kerk, dat thans reeds van zoo vele kanten is bezien en beschreven en door mannen van zoozeer verschillende richting en onderscheiden kerkgemeenschap.
Reeds vroeg voelde ik mij aangetrokken tot de geschiedenis der kerk, in het bizonder tot die der eigene kerkgemeenschap: de Gereformeerde Kerken in Nederland.
Las ik als gymnasiast reeds Groens Het regt der Hervormde Gezindheid, als student schreef ik voor het eerst in onzen Almanak een artikeltje dat zijdelings het begin der Afscheiding raakte. In mijn eerste gemeente, te Tiel, kwam ik dicht bij het terrein van dat begin te staan. In dàt deel van ons vaderland waar thans, met uitzondering van de vroegere generaliteitslanden, de Gereformeerde Kerken wel haast het zwakste zijn vertegenwoordigd, ik bedoel in de Tieler- en Bommelerwaard, scheen de actie van ’34 eerst zooveel te beloven. De ijverige ds Hendrik Peter Scholte had zich slechts over de groote rivieren te laten roeien en hij was in de Bommelerwaard, en kon prediken als in hagepreek te Gameren. Ds Huibert Buddingh kon uit de stad zijner geboorte, Rhenen, de dorpen en boomgaarden in de verte zich zien uitstrekken langs de dijken van Rijn en Waal, waarin de duizenden zouden komen toestroomen tot zijn prediking.