Pagina:De Duinen en Bosschen van Kennemerland, Van Eeden 1868.djvu/46

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

28

plant is zeer hard, stekelig, als uit blik gevormd en geheel blaauw van kleur; bladen, stengels, bloemen, alles is blaauw. Zij is een lieveling der zee, van wie zij de kleur draagt; zij groeit alleen op het zeeduin en aan enkele zeestranden. Nevens haar groeit het loogkruid (Salsola Kali L.), een waardig tegenhanger, licht zeegroen, stekelig, sappig. Tegen de laatste hellingen vertoont zich slechts hier en daar de zeewinde (Convolvulus Soldanella L.), eigenlijk een dochter van Albion, die aan onze kusten tot de zeldzaamheden behoort.

Groen en welig wiegelt de zandhaver op de laatste toppen aan zee, en daartusschen slingert nog de klimmende nachtschade (Solanum Dulcamara L.), met haar violette bloempjes en roode bessen. De zandhaver is hier buitengewoon forsch en vervangt veelal de kleine soorten van helmgras (Psamma arenaria R.S. en Calamagrostis Epigeios roth), die wij meer binnenwaarts hebben ontmoet.

De laatste duinen aan de zeezijde dragen de sporen der verwoesting, die zij nu en dan bij geweldige stormen moeten ondergaan. Hunne helling naar zee is zeer steil door het afbrokkelen; hier en daar zijn op aanmerkelijke hoogte diepe geulen vol schelpen en zeegewassen, blijken van de woede der zee.

Wij zijn op het strand. De zon rust als een gloeijende kogel op het lichtblaauwe water. Een zwarte wolkstreep splijt den kogel in twee helften; weldra verdwijnt de onderste; van de bovenste blijft slechts een gloeijend randje zigtbaar; ook dit verdwijnt, en de zee ruischt voort, somber en verlaten.—

Het strand is kaal en slechts hier en daar met helm of met de wit-violetbloeijende zeeraket (Cakile maritima scop.) begroeid. De kleur der zee is flaauwer dan elders. Het Hollandsche strand mist de verscheidenheid van andere stranden. De lompe visschersschuiten maken het tooneel nog zwaarmoediger; het volk echter, hoe onbeschaafd en ruw, bezit geest en karakter. Even als de schoonste en sprekendste vormen onzer flora aan de duinkanten zijn opeengehoopt, evenzoo schijnen de echte typen onzes volks naar de stranden teruggedrongen. Gelijk in de duinplan-