Pagina:De Duinen en Bosschen van Kennemerland, Van Eeden 1868.djvu/53

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

35

pen toegedicht en ze tot een soort van gezelschap vereenigd; vandaar het veelgodendom, dat wel in de poëzie, doch niet in de werkelijkheid als godsdienst kan bestaan hebben. Het volk bezat geene mythologische woordenboeken. Zijn godsdienst was eenvoudig en verschilde, behalve in den vorm, weinig van dat wat men tegenwoordig zijn godsdienst noemt. Zij berustte op niets anders dan op de zucht naar een lang en gelukkig leven.

Gaarne vereenig ik mij met de gissing, dat bij Haarlem in het groote woud een heiligdom geweest is van het hoogste wezen, dat onder den naam Aarde (bij Tacitus Herthus, Nerthus en Hertha) gediend werd, en dat evenzoo de zegenende natuur voorstelde als de Freyr der Noormannen, de Bacchus der Romeinen of de Dionysos der Grieken. Verdienstelijke schrijvers hebben beweerd, dat van die eeredienst van Moeder de Aarde of Hertha in het Kennemerwoud nog de namen Aardenhout en Hartjesdag zijn afgeleid, en vooral, dat het oude wapen van Haarlem, de boom, aan die eeredienst zijn ontstaan te danken heeft gehad.

Onze voorvaderen toch hadden een innig gevoel voor de schoonheden der natuur, en in de eeredienst der oude Germanen en Skandinaviërs hebben de boomen eene hoofdrol gespeeld. Overal waar een heiligdom was, bevond zich ook een ontzagwekkende overoude boom als heilig symbool der levenwekkende natuur.—Nog heden wijst men te Aurich in Oostfriesland den Opstalsboom, eene plaats, waar voormaals de onoverwinnelijke Friezen onder heilige, overoude eiken hunne volksvergaderingen hielden.—Wat is natuurlijker dan dat de boom bij alle volken van Noordsche en Germaansche afkomst een zinnebeeld werd voor de standaarden en wapenschilden. Denken wij slechts aan den heiligen Esch Yggdrasil uit de Noordsche godenleer.

De Hertha-dienst wordt door tacitus aldus beschreven. "Op een eiland in den Oceaan vindt men een maagdelijk woud en daarin een met een kleed overdekten gewijden wagen. Alleenlijk de priester mag dien aanraken. Hij weet wanneer de godin onder het deksel gekomen is, en volgt haar, die door twee koeijen getrokken wordt, met