Pagina:De Duinen en Bosschen van Kennemerland, Van Eeden 1868.djvu/54

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

36

eerbied na. Dan heeft men, vrolijke dagen en feesten, op alle plaatsen, die zij met haar bezoek verwaardigt. Men begint geen oorlog, grijpt geen wapenen, sluit alle geweer op en kent en mint slechts vrede en rust, totdat dezelfde priester de godin, nu verzadigd van het bijzijn der stervelingen, naar het woud terug brengt. Vervolgens worden wagen en kleederen, en zoo gij 't gelooven wilt, de godin zelve in een verborgen meer afgewasschen. De dienst wordt door slaven verrigt, welke het meer terstond inzwelgt. Vandaar een geheimzinnige schrik en heilige onbekendheid met dat, wat niemand ziet, dan in de schaduwen des doods" (Tac. d. Mor. Germ. 40).

Deze godin Hertha komt veel overeen met de Terrae Mater of Rhea Cybele der Romeinen, de Gaia of Gè der Grieken en de Isis der Ægyptenaren, de eigenlijke, ware volksgodinnen bij deze natiën. Bij de Romeinen werd de eeredienst van Rhea vermengd met die van Ceres, en ook bij de Grieken was Ceres (Dèmètèr) evenzeer de voorstelling der zegenende natuur.

Van de Hertha-dienst, die door Tacitus is beschreven, heeft men in den laatsten tijd overblijfsels in Noord-Duitschland en Denemarken gevonden. Men heeft vroeger zeer getwijfeld, of de beschrijving van Tacitus toepasselijk was op het eiland Rugen in de Oostzee of op een andere streek. Intusschen is het gebleken, dat er meerdere heiligdommen van eene moeder-godin bestaan hebben, en dat deze, onder verschillende namen, door geheel noordelijk Germanië en dus ook in ons land moet geëerd geweest zijn.

Ten tijde van vondel schijnt men het voormalige Hollandsche Woud ook Hartebosch genoemd te hebben. Ten minste onze dichter zingt in zijne "Batavische Broeders":

Helt Hercles wert by d'oude Katten,
In 't groote Hartebosch geviert.

Het zou belangrijk zijn na te sporen, of deze naam ook door andere schrijvers vermeld is, daar alsdan welligt een nieuw licht over de Hertha-dienst in ons vaderland zou kunnen opgaan.

Naar mijne overtuiging bestond Haarlem reeds in de