Pagina:De Duinen en Bosschen van Kennemerland, Van Eeden 1868.djvu/68

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

50

Er is een steile hoogte, waar men onder hooge dennen het uitzigt heeft over uitgestrekte boschjes. In de schaduw der dennen gezeten, ziet men in het voorjaar de jonge wilgenboompjes in hun eerste groen als zachte wolkjes tusschen het dorre eikenhout; hun gele bloemen verspreiden een opwekkenden geur; de heldere zandgrond en het groene mos—dat alles draagt geenszins een verheven, ernstig karakter; meer dat van vrijheid en kinderlijke genieting.

Ter zijde van den vijver ligt een hooge heuvel met een sierlijken belvédère, van waar men den geheelen omtrek kan overzien.—Die heuvel is door menschelijke kunst opgehoogd, en langs een breed en effen voetpad kan men hem opklimmen. Van den top zien wij overal bosschen; de groote kerk van Haarlem en de torens der omliggende dorpen rijzen als tusschen het geboomte omhoog, en wij denken weder aan het oude Haarlemsche wapen. Op den Belvédère is ook een wapen uitgehouwen, het wapen der familie hope, met het onderschrift: at spes non fracta (De hoop nogtans is niet vervlogen).—Er is adel in die spreuk.—Zij is de spreuk der natuur, wanneer menschelijke wansmaak haar geweld aandoet. Zij is de beste leus voor ons allen in den strijd des levens, en zelfs, als "Vicit Vim Virtus" ons niet meer redden kan, zeggen wij nog: "at spes non fracta."

Ongeveer een half uur ten westen aan den duinkant ligt de Vogelenzang, waar graaf floris V, volgens de oude kronijk, "statelyk met heeren en ridderen, vrouwen en jonkvrouwen plagt te hoveren"—De Vogelenzang is merkwaardig door zijn prachtige boomen, vooral beuken, waarvan sommige hun lage, dikke takken over een oppervlakte van meer dan honderd voet in het rond uitspreiden. Groote grasperken, hier en daar met boomgroepen begroeid, kenmerken dit oord, en de bemoste met klimop bedekte oude stammen, de belommerde vijvertjes en de overblijfsels van oude lindenlanen herinneren nog aan den ouden tijd. In September groeit hier de zeldzame satans-pijpzwam (Boletus Satanas lenz).—De dikke steel en het onderste gedeelte van den hoed zijn gloeijend rood;