Pagina:De Duinen en Bosschen van Kennemerland, Van Eeden 1868.djvu/80

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

62

eerst in deze streek vertoond, en wel in de vaart der groote Zanderij achter Overveen en op de buitenplaats Vaart-en-Duin.—Tot de merkwaardigste bladmossen op den genoemden duin-voorsprong behoort de Fissidens adianthoïdes hedw., die zich door uitgespreide vederachtige blaadjes onderscheidt; tot de zwammen de sierlijke gewelfde aardster (Geaster fornicatus fr.).

Bij Saxenburg wijken de duinen, zooals gezegd is, plotseling terug, en vertoont zich eene grazige vlakte, die zich langs het duin noordwaarts uitstrekt. Aan de westzijde is deze vlakte door de zeeduinen begrensd; ten oosten verheft zich eene reeks binnenduinen, waar de buitenplaatsen Wildhoef, Aelbertsberg en de zoogenoemde Schapen- of Molenduinen gelegen zijn.

Saxenburg met de daarom liggende plaatsen de Rijp, Buitenrijp en Sparrenheuvel is ongetwijfeld een der oudste Haarlemsche bosschen. Enkele partijen in dat bosch hebben werkelijk het voorkomen van een der eeuwenoude bosschen van Duitschland. Het golvende terrein is met donkergroen fluweelachtig mos bedekt; de zware eiken geven een frissche koelte en op den heldersten dag een zeker plegtig halfdonker. Hier en daar groeit onder de oude, bemoste en met klimop begroeide stammen in plaats van eentoonig hakhout, het onderhout, het oorspronkelijke kreupelhout der wilde bosschen; de lijsterbes, de meidoorn, de papenmuts, de hazelaar, de sneeuwbal; het staat woest dooreen, nu eens dik, dan weder doorzigtig.

Op sommige plaatsen zien wij onder de eiken en linden tallooze jonge beukenboompjes opslaan, een verschijnsel, dat zich hier in sterker mate vertoont dan in den Haarlemmerhout. In de nabij gelegen bosschen van de Rijp, Sparrenheuvel en Wildhoef bestaat het onderhout ook veel uit sparren, die in groote menigte onder de hooge eiken en beuken opslaan en tot eene zekere hoogte welig groeijen. Dit opslaan van sparren, dat ik ook in de bosschen van Vogelenzang en Elswoud heb waargenomen, acht ik een merkwaardig verschijnsel in Holland, waar de sparren niet tot de inheemsche boomen gerekend worden. In de beukenbosschen van Boekenrode daarentegen zien wij geen