Pagina:De Duinen en Bosschen van Kennemerland, Van Eeden 1868.djvu/82

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

64

schijnsel: Zaden, die waarschijnlijk eeuwen lang in den bodem hebben gesluimerd en door een toeval weder ontwaken. Maar behalve dit bewijs voor de kracht van het sluimerende leven der plant,—was mij het vinden der wilde tulp welkom, omdat ik daardoor op nieuw in mijne overtuiging van de oudheid van het bosch bevestigd werd. Het bosch van Saxenburg heeft, mijns inziens, sedert de middeleeuwen nimmer opgehouden bosch te zijn; het prijkte nog in vollen luister, toen de kasteelen van Vogelenzang, Berkenrode, Aelbrechtsberg, Brederode, Teylingen en Velsen nog werden bewoond. De naam Saxenburg herinnert aan petronella van saxen, de vrome gemalin van floris II, den vermoedelijken stichter van het nabij gelegen slot Aelbrechtsberg.—Deze petronella was om hare deugden bij het volk zeer geëerd, en lang na haren dood werden naar een in deze streken door haar gestichte kapel jaarlijksche bedevaarten gehouden. Van floris wordt de oude Kronijken gezegd, dat hij vreedzaam van harte en niemand „scadelick'" was en zonder "onlede van oirlogen" dertig jaren geregeerd heeft. Zijn eenige dochter hadewij, om hare schoonheid beroemd, is op jeugdigen leeftijd gestorven en te Haarlem in de parochiekerk begraven.—De liefelijke natuur van Saxenburg stemt goed bij de herinnering aan de vreedzame en gelukkige regering van een van Hollands beste vorsten.

De wilde tulp is in ons vaderland, behalve bij enkele oude kasteelen, voornamelijk gevonden op verschillende plaatsen in Friesland, nl. bij Leeuwarden, Huizum, Stiens, Jelsum, Kornjum, Weidum en in Ferwerderadeel, en ook in de nabijheid van Noordwijk en Hoorn. Zij werd waarschijnlijk bij de kasteelen tot sieraad gekweekt en is later verwilderd; de talrijke groeiplaatsen in Friesland evenwel spreken ook voor haar oorspronkelijkheid. Nemen wij dit aan, dan levert ons haar voorkomen in Friesland, bij Hoorn, op Saxenburg en bij Noordwijk een bijdrage tot bevestiging der overleveringen, die verhalen dat de bosschen van Friesland eenmaal aan die van Holland waren verbonden.

De lange, smalle, grazige vlakte, die van Saxenburg