Pagina:De Duinen en Bosschen van Kennemerland, Van Eeden 1868.djvu/94

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

76

luteus L.) in verbazende menigte. Haar breede hoed en glimmende, kleverige, bruingele of goudgele opperhuid maken haar kennelijk genoeg. Deze paddestoelen vond ik het talrijkst op de Molenduinen en op al de buitenplaatsen achter Overveen, die in later tijd op de barre duinen zijn aangelegd. Ook in het Neethof zijn zij talrijk. Op dezelfde gronden, doch minder algemeen en liefst onder het jonge hout, groeijen in het najaar de rimpelzwammen (Helvella crispa F, en H. lacunosa afz.), kenbaar aan haar diep en onregelmatig gevoorden steel en witten of muisvalen, gerimpelden hoed, die in alle vormen tusschen een domineessteek en een bisschopsmyter afwisselt.

Aan het einde van het Neethof, bij Santpoort, ligt een rond heuveltje, met zware dennen begroeid. Hier herinnert ons het landschap aan Groenendaal-en-Boschbeek, en ook hier groeijen in het najaar de fraaije licht-oranje Peziza aurantia fl. dan., die wij tot nog toe alleen ginds gevonden hebben. Beide plaatsen liggen ongeveer op eene lijn van noord tot zuid. Even zoo vindt men in de zeeduinen tusschen Overveen en Velsen, ongeveer tien minuten gaans van de landzijde, twee paddestoelen (de Lycoperdon pyriforme rupp. en de Tulostoma mammosum mich.), steeds in gezelschap met elkaar over eene zeer smalle en scherp begrensde streek, van noord tot zuid.—Dikwijls, wanneer ik op de duinen rondzwierf, herinnerden mij die paddestoelen, dat ik niet ver meer van de oostelijke helling verwijderd was.

Wij bevinden ons nu voor de lage weilanden, die zich van Santpoort langs het IJ in onafzienbare verte uitstrekken. Wij zien het dorp Sparendam en den stompen toren van Sparenwoude, doch ons oog zoekt te vergeefs naar de bosschen, die eenmaal aan dat dorp den naam Sperneriswalde gegeven hebben.—Een der laatste overblijfsels, het fraaije, maar als buitenplaats wel wat lage en vochtige Sparenhoven, viel door de hebzucht van onbarmhartige sloopers!—Maar.... "das Gemeine muss man nicht rügen, denn es bleibt sich ewig gleich", zegt göthe.

Beter lot trof de buitenplaats het Klooster, die digt bij de stad gelegen en met groote zorg onderhouden, nog een