Pagina:De Duinen en Bosschen van Kennemerland, Van Eeden 1868.djvu/95

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

77

eerwaardig gedenkstuk is uit der ouden tijd. Vroeger lag daar het klooster der reguliere Kanunniken, gesticht in 1405, hetwelk kort na het beleg in 1573 is opgeheven. Een gedeelte van het bosch is sedert dien tijd weinig veranderd. In de hooge, oude boomen aan de oostzijde nestelen tallooze reigers, en in het voorjaar geeft het schrille gekras dier vogels een somberen, tragischen indruk bij het schaduwrijke geboomte. Het stevenskruid (Circaea lutetiana L.) groeit hier in overvloed en wijst op een voormalig verband tusschen deze plaats met Berkenrode en het Haagsche Bosch.

Willen wij ons verder van het oude karakter dier laag gelegen bosschen eenig denkbeeld maken, dan begeven wij ons naar de houtgronden onder Zuid-Schalkwijk, ten zuidoosten van de stad. Hier ligt aan den Schalkwijkerweg de hofstede Oosterspaarne, en een uur gaans verder, midden in de weilanden, het Schaker- of Schapenbosch. Dezen naam houd ik voor eene verbastering van "Sakerbosch", en eene herinnering aan het Nemus sacrum. Achter deze bosschen loopt, evenwijdig met den Schalkwijkerweg, een breed en ongelijk pad, dat nog door het volk de Woudweg wordt genoemd. Naauwelijks 40 bunders zijn hier thans met bosch bedekt. Die bosschen zijn vroeger buitenplaatsen geweest, doch thans wordt sedert vele jaren het hout er alleen tot brandhout geteeld. Elzen en wilgen waren er in den ouden tijd de voornaamste boomsoorten; de onophoudelijke aanplanting van esschen, als geschikter hakhout, doet de elzen meer en meer verdwijnen, en 't is zelfs, of zij er niet meer groeijen willen. De wilgen bekleeden hier nog steeds een voorname plaats; men kan zien, dat deze hier oorspronkelijk zijn, want wilgenplantsoen wordt hier niet van elders overgebragt, en toch heb ik er niet minder dan dertien soorten gevonden. Bijna de geheele wilgenflora van Haarlems omstreken is hier in een klein bestek vereenigd; in het duin groeijen meest de ruige wilg (Salix caprea L.), de geoorde wilg (S. aurita L.) en de kruipwilg (S. repens L); bij de kammen en kanalen der Amsterdamsche duinwaterleiding de tweebastwilg (S. amgygdalina L.), de witte w. (S. alba L.) en de