Pagina:De Hollandsche Revue vol 022 no 011 Het Kubisme.djvu/1

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
643
643
BELANGRIJKE ONDERWERPEN.

HET KUBISME.

Het Kubisme — de nieuwe richting in de schilderkunst — is op ’t oogenblik „the toppic of the day”.

Er wordt veel over geschreven en gewreven.

Maar er bestaat ook veel wanbegrip op dit terrein.

Wil men echter een juist inzicht in het streven en de opvattingen der kubisten krijgen, dan zal men ’t beste doen met te luisteren naar hetgeen een der hunnen over dit onderwerp te zeggen heeft.

En daarvan willen we hier ’t een en ander aanhalen uit een brochure, die de Leidsche schilder, Theo van Doesburg — zelf een kubist — er over geschreven heeft.[1]

Schilderen, zegt hij, is: gedreven door een innerlijke waarneming — (ontroering, gevoelen, gedachte), — de verhouding bepalen van kleuren en vormen onderling en van deze te zamen tot het vlak.

De oplossing van het vlak, — inklusief kleur en vorm — geschiedt dus noodwendig in overeenstemming met de ontroering. De innerlijke waarneming zet zich om in een uiterlijk waarneembaren vorm.

Hoe dieper de waarneming gaat, hoe meer de schilderij van het uiterlijk waarneembare — de aanleiding, zal verschillen.

Beeldend kunstenaar is slechts hij wiens ontroering een beeldenden vorm aanneemt, zooals musicus slechts hij is wiens ontroering een muzikalen vorm aanneemt: zooals dichter slechts hij is wiens ontroering zich in een lied omzet.

Droeg voorheen de ontroering vrucht in het afbeeldsel, in de moderne kunst moet de ontroering vrucht dragen in het middel; dat is in de schilderkunst: de verf.

Alles wat de schilderkunst te zeggen heeft, moet tot uiting komen in de konstruktieve spraak der schilderkundige middelen: de kompositie.

Wat is kompositie? In de schilderkunst beteekent het de Rangschikking en het samentreffen van vorm en kleurenkontrasten en overeenkomsten volgens het beeldend bewustzijn. Zooals voor een musicus de Stilte, voor den bouwmeester de Ruimte de eerste voorwaarden voor kompositie zijn, zoo is het passende beginsel voor den schilder: het Vlak. De bouwmeester breekt de ruimte door in steen gerealiseerde maatverhoudingen; de musicus breekt de stilte door klankverhoudingen; de schilder breekt het vlak door kleur- en vormverhoudingen.

De geschiedenis der schilderkunst levert ons het bewijs, dat de natuurlijke en praktische waarden in beeldende en esthetische waarden werden omgezet. Er zijn in de schilderkunst der traditie komposities, waarin figuren van menschen zijn aangebracht om een domineerende lijn of beweging te krijgen. In zekere komposities treffen wij vlakbreking aan door het een of andere objekt.

Wat voorheen instinktief was het toepassen van natuurlijke voor beeldende waarden: het uitdrukken van een lijn door een figuur, enz,. werd in de twintigste eeuw doelbewust.

De eerste die het begrip kompositie in de praktijk herstelde, was de Fransche schilder Henri Matisse. Hij maakte de natuur tot het beeldend-expressieve en moet als de eerste onder de expressionisten genoemd worden.

Met Henri Matisse ontstaat het zichbaar rythmische in de schilderkunst.

Henri Matisse beteekent voor de schilderkunst: het koncentreeren van alle beeldende elementen der traditie. Aan Paul Gauguin ontleende hij de nieuwe beschouwing en breking van het vlak, aan het luminisme dankte hij de kracht van het


  1. „De nieuwe richting in de Schilderkunst”, door Theo van Doesburg; uitgave van den Technischen Boekhandel en drukkerij J. Waltman Jr. te Delft.