Pagina:De Hollandsche Revue vol 022 no 011 Het Kubisme.djvu/3

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
645
645
BELANGRIJKE ONDERWERPEN.

den-gek-houderij is, is even dwaas als te meenen dat de Europeesche oorlog op de internationale politiek zonder invloed zal zijn.

Wel worden door de Akademie de gebalsemde lijken der klassieke, romantische, realistische en impressionistische schilderscholen nog bewaard, doch de kunstuiting van nieuwere generaties heeft zich altijd buiten de koele grafgewelven bewogen. Dat was zoo immer.

Tegenover het kubisme, dat in zijn uitingen alle kenmerken heeft eener gezonde losbandigheid van den geest, — van geestelijke overmoed zouden wij kunnen spreken, — komt de decadent geworden uitingswijze ons voor als de bekentenis eener gebogen geesteshouding.

Wanneer tot de kubisten het verwijt gericht wordt, dat ze in hun uitingswijze te konstruktief, te intellektueel zijn, dan vergeet men dat de Renaissance eveneens een schat aan wetenschap bezat, die zij niet verborg, maar toonde.

DANSFIGUUR I EN II (1916). Theo van Doesburg.

Een neo-Renaissance was slechts mogelijk door de intellektueele tucht van den Vorm, op een oogenblik dat deze verloren ging in een ziekelijke gevoeligheid. De schilderkunst verslapte of ging over in een aan de litteratuur ontleend sentiment, dat tenslotte alle eigenschappen van het bederf ging vertoonen.

Het gehalte der kunstenaars moest gezuiverd worden. De impressionist, met zijn liefde voor al wat der klodder is, ontaardde innerlijk en uiterlijk tot schilderend horde-dier; behaard en vuil.

Na het offensief der kubisten, begon er een lach door dit harig wezen te spoken, want proletarisch in beginsel, begreep het niets van wat des geestes is.

De nieuwe energie, die zich door het kubisme uitte, bracht eveneens een nieuw kunstenaarstype voort. Het Kubisme is der Gedachte: energisch, hoekig, sterk, zeker en bezit eigenschappen, die een kunstuiting hebben moet die een nieuw ras ontspringt.

Het Kubisme bracht het doel en de ware beteekenis der schilderkunst aan het licht; vandaar dat het’ t fundament is om de sterke, monumentale kunstuiting der toekomst te dragen.

Het Kubisme is de dood der klein-kunst, de herleving der Beeldende Kunst als de vruchtdragende en rijke uiting van het beeldend bewustzijn. Stelde Cézanne het nieuwe alfabet der schilderkunst samen, de kubist vormt dit tot de Beeldende Taal, die alleen gesproken wordt vàn geest tòt geest.

De kubist, — een benaming die feitelijk zonder zin is en bij wijze van bespotting aan den beeldende schilder is gegeven, — trekt den mathematischen van den natuurvorm af en houdt zoodoenden den zuiveren kunstvorm over. Deze kunstvorm is de innerlijke. De innerlijke vorm is de geestelijke. De geestelijke vorm is de beeldende waarde, die het objekt voor hem heeft, volkomen bewust, doch voor hem is het objekt het argument der Ruimte en daarom van een diepere, meer wijsgeerige beteekenis dan voor den impressionist. De kubist ontleent den abstrak-