Pagina:De Ilias van Homeros - Carel Vosmaer (1880).pdf/25

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

XV


„Hier ziet gij Hectors zoon, nog dapprer dan zijn vader.”
Zoo sprekend, gaf hij ’t kind der moeder weêr in de armen,
en zij ontvangt het aan haar boezem, met een glimlach
in tranen. Diep begaan zag Hector hoe zij leed,
en strookt haar met de hand en spreekt op nieuw haar aan:

Eindelijk in het eerste derde onzer eeuw, opende de duitsche metriek toch aan sommigen de oogen. Groeneveld, Meerman, Kinker, van de Kasteele, Spandaw, Immerzeel, ten Hoet, Cracco, Dautzenberg begonnen het metrische vers te verdedigen en te gebruiken, maar de tegenstanders behielden de overhand.

De proeve die Spandaw in 1837 gaf, om Hektor’s afscheid — het oude stokpaardje — in het rythmus der hexameters te brengen, was niet geheel af te keuren:

Zie nu, de minnende vader en eerbiedwaardige moeder
Glimlachen teder: de luistrijke Hektor neemt van zijn schedel
Spoedig den helm. . . nu zet hij den glinstrende neder op de aarde,
Heft zijnen dierbaren zoon, hem wiegende zacht in zijne armen,
En hij bidt overluid tot Zeus en de andere goden:
„Zeus en gij andere Goden! o laat dit mijn zoontjen eens worden
Even als ik thans ben, steeds de eerste onder ’t volk der Trojanen!
Mogt hij zoo sterk zijn in krachten en Ilios machtig beheerschen!
Dat eens van hem gezegd wordt: hij blinkt wijd boven zijn Vader!
Als hij keert uit den strijd, met bloedigen krijgsbuit beladen,
Van een verslagenen held. . . dan verheuge zich hartlijk de moeder!”
Aldus sprak hij en reikte in de armen der dierbare gade
Zijnen zoon. Zij prangde hem aan heur welriekenden boezem,
Lagchend met tranen in ’t oog.

De toon was goed getroffen; doch het bleef steeds mangelen aan eene juiste prosodie: glimlagchen kan onmogelijk als een daktulos Stressed/long syllableUnstressed/short syllableUnstressed/short syllable gelden; En hij heeft veel te weinig beteekenis of toon om er als spondeus eenen regel mede te kunnen aanvangen; eens is niet kort; wordt, buit evenmin.

Wij vinden het zelfde gebrek bij prof. Cracco, die een verdediger van den hexameter was en in deze maat de Ilias wilde geven. Het bleef echter bij enkele proeven [1], en ik kan ook volstaan met een staaltje:

Zoo als het vijgsap ijlings de sneeuwwitte melk stremt, die vloeibaar
Schuimt: want met windsnellen spoed word zij omgekeerd door den vermenger.

Ook hij, even als alle Noord-Nederlanders die vroeger den hexameter beproefden, begaat de fout van stamsyllaben als sneeuw, stremt, wind, wordt, keerd, kort te nemen. Later daarover meer.

Noch eene proeve mag ik niet overslaan; in 1855 gaf dr. Dorn Seiffen de Ilias. Doch, behalve door kleine onnauwkeurigheden, zondigt de vertaling door het gemis van alle poësie en het geheel vormelooze der verzen:

Hierop strekte de roemrijke Hektor zijne handen naar ’t kind uit,
Doch ’t kind drong zich schreijend terug naar den boezem der minne,
Sierlijk gekleed, van ’t gezigt van den minnenden vader afkeerig,
Daar het verschrikt was door ’t koperen rossenhaar van de helmkam,
Dat het bemerkt had, dat daarop toen vreeselijk wuifde, enz.

Na zoo vele proeven, waag ik op mijne vertolking van deze beroemde regels te wijzen. Vooral met het oog op de noodzakelijkheid, om, wil men den toon en het

  1. Nederduitsch Jaarboekje, 1848.