Pagina:De Katholieke Illustratie vol 001.pdf/192

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

N°. 24.
1868.
Zondags-Lektuur voor het Katholieke Nederlandsche Volk


UITGEGEVEN DOOR
De Administratie van de Katholieke Illustratie
St. Jorisstraat. - 's Hertogenbosch.
Bij HENRI BOGAERTS, opvolger van P.N. VERHOEVEN

Drukker en Boekhandelaar van Z.H. Paus Pius IX.
ONDER REDACTIE VAN
H.A. BANNING en J.W. THOMSON,
MET MEDEWERKING VAN
Aug. SNIEDERS Jr., Dr. J. Ren. SNIEDERS, den ouden en jongen VALENTIJN
en meer andere Katholieke Letterkundigen.
Elk Vel van 8 pag. kl. fol.
kost slechts
6½ Cents.
Men teekent in voor een geheelen jaargang bij alle
Boekhandelaren en bij de Administratie.

INHOUD: St. Odiliënberg bij Roermond (Limburg). ― Achttien eeuwen. ― Geschiedkundige verhalen voor het Katholieke volk van Nederland. ― I. De laatste dagen van Jeruzalem ― De wereldtentoonstelling van Parijs. ― Brief van een Nederlandsch pauselijk Zouaaf. ― De slang.

St. Odiliënberg bij Roermond (Limburg)



Welk een aardig kerkje! Waar mag dat toch gelegen zijn, of is dat lieve landschapje eene van die voorstellingen, waarin de schilder, wanneer hij bij zijne verbeelding liever dan bij de werkelijkheid te rade gaat, ons eene denkbeeldige schoonheid aanbiedt, die behalve de kunst, alleen de verdienste van eene dichterlijke gedachte bezit. — Zoo dacht men welligt, toen men eenen eersten blik wierp op het bijgevoegde plaatje, dat — wij staan er voor in — de natuur zoo trouw mogelijk wedergeeft.

Dat kerkje, daar alleen op eenen heuvel gelegen, met zijnen slanken toren aan de noordzijde van het koor, met zijnen eenigzins ineengedrongen bouwvorm, met de pastorale woning, die tegen de kerk aanleunt, waardoor de vrome herder als het ware onder één dak met zijnen God verblijf houdt, en dan nog dat zonderling, oud gebouw, dat ten Noorden, op de helling van den heuvel, met het Godshuis den geheelen heuvel bedekt! Dat alles heeft iets geheimzinnigs en doet veronderstellen dat het dorp, hetwelk zich aan den voet van den heuvel uitbreidt, van lateren oorsprong is dan die gebouwen daar boven, en dat de bewoners der landstreek zich langzamerhand om de reeds bestaande kerk geschaard hebben; zoodat niet de kerk om het dorp gebouwd is, maar omgekeerd het dorp aan de kerk zijn ontstaan te danken heeft! En zoo is het ook.

St. Odiliënberg bij Roermond.


Toen dat heiligdom werd opgerigt, was de omgeving nog eene ware woestenij. Eeuwenoude bosschen, barre heiden, uitgestrekte moerassen bedekten heinde en ver den grond. Geen menschelijk wezen had zich welligt nog ooit gewaagd in de ijzingwekkende eenzaamheid dier wouden, die nog eeuwenlang bestemd schenen, om tot schuilplaats te strekken van wolven, vossen en andere wilde dieren; toen, in het jaar 706, drie mannen het besluit opvatten zich daar te vestigen. — Die mannen kwamen uit den vreemde; zij hadden meer dan eens de gevaren der zee getrotseerd en vele landen doorreisd; zij waren op hunne togten met allerlei lieden in aanraking geweest, met hut- en paleisbewoners, met wilde heidenen en met ijverige Christenen, met onbeschaafde dorpelingen en met beschaafde stadbewoners, met behoeftigen en rijken, ja zelfs met magtige vorsten dezer aarde, welke laatsten zij, om hunne deugd en verheven hoedanigheden, in hooge achting stonden, zooals weldra blijken zal. — Die mannen nu, grijs geworden, niet minder door ouderdom, dan door hunnen apostolischen arbeid, hadden dit eenzaam woud, dat hun door de welwillendheid van een vromen vorst geschonken was, uitgekozen, om zich daar, van de wereld afgezonderd, door de beoefening der evangelische deugden voor te bereiden tot eene laatste reis, die zij nog nooit gemaakt hadden, de reis naar ons aller vaderland, den hemel, waarnaar zij vurig verlangden. — Intusschen kon ook in dit eenzaam oord hun apostolische ijver niet werkeloos blijven; hier gelijk elders moest de godsdienst van Jesus gekend en door de meeste bewoners der omstreken omhelsd worden. De beschaving, de trouwe gezellin der waarheid, zou zich allengskens ontwikkelen en dat woeste woud in een aanminnig landschap herschapen worden.

Wiro en Plechelmus — zoo heetten twee der bedoelde mannen, —