77
statige zuilengangen dragen de kroonlijsten, alles bedekt met de oude taal der Egyptenaren, de hiëroglyphen. Men treedt den tempel in door eene breede laan van spinxen, dieren van den zonderlingsten vorm; in den Secos, het inwendige , gekomen, ontrolt zich voor ons oog de geheele Egyptische geschiedenis: het tijdvak der oudste rijken, of dat der Pyramiden, dat der nieuwere of het tijdvak van Mozes en het moderne of dat der Ptolomeüssen.
De Moorsche Kiosk (Parijsche Tentoonstelling)
Beschouwen wij het eerst het graf van Kaa, priester van Memphis onder de vijfde dynastie, uit de vroegste tijden der Egyptische geschiedenis; het is een gevaarte van planken en balken opgetrokken , die horizontaal op en over elkander gelegd, de kapiteelen schragen, welke geene andere versiering dan hier en daar eene eenvoudige, half ontloken bloem hebben. De uiterste eenvoudigheid heerschte nog in die tijden; niets vindt men hier van de rijke, godsdienstige symbolen en godenbeelden, die het latere Egypte op zijne graven bragt. Ter zijde zien wij eene verzameling van mummiën in kisten of als standbeelden; het zijn lijken van Egyptenaren, die met mum, eene Persische hars gebalsemd, der vertering weerstand bieden; de mummiën, die wij hier zien, zijn welligt drie of vier duizend jaren oud. Zij zijn gekomen uit het museum van Boulacq en zullen weldra overgebragt worden naar een prachtig paleis, dat de kunstminnende onderkoning voornemens is te Caïro te laten bouwen. Ook zien wij hier een standbeeld van Koning Schafra, die de tweede pyramide bouwde; het is gevonden nabij de groote sphinx van Giseh in een gebouw van graniet en albast en wel in een put, waaruit het water kwam bij de eeredienst der Egyptenaren benoodigd. Nabij den ingang zien wij drie beelden van vrouwen, in knielende en voorover gebogen houding; zij kneden brood door middel van een rol en naast haar het prachtig albasten beeld
