Pagina:De Katholieke Illustratie vol 051 no 018.pdf/3

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
247
247
KATHOLIEKE ILLUSTRATIE


’t Verdwenen kerkgebouw was een juweeltje van architectonische schoonheid met een hoogen spitsen toren en sierlijk van bouwtrant.

Na den vrede van Munster in 1648 sloegen de hervormden de geestelijke goederen en bet kerkgebouw aan en verboden de uitoefening van den katholieken godsdienst, zoodat de bewoners noodgedwongen de H. Mis buiten het staatsgebied moesten gaan bijwonen, evenals die van Asten en Someren. Men beseft, hoe dat de vrome Lieroppenaars van die dagen heeft verdroten.

In 1664 trad als pastoor van Lierop weer op Antonius van Borme, die in ’t geheim de parochie bediende, totdat in 1672, na den inval der Franschen, in ’t gehucht Achterbroek oogluikend een schuurkerk werd gedoogd, die later met vergunning der Staten mocht vernieuwd en verbeterd worden.

Wij zullen niet verder in historische bijzonderheden treden, doch willen alleen nog onder de rampen, die Lierop verontrustten, de besmettelijke ziekte, de roode loop, vermelden, die in 1676 van Augustus tot December niet minder dan veertig slachtoffers vergde.

Zooals wij reeds zeiden: Lierop heeft niet altijd op rozen gewandeld.


DE LANDBOUWHUISHOUDSCHOOL TE LIEROP:
een kijkje op de nijvere leerlingen in de handwerkzaal.


Laten we nu het stof der vervlogen eeuwen van onze voeten schudden en met frisschen moed een bezoek brengen aan het Lierop van onzen tijd.

Want daar woont frischheid en jeugd in Lierop. Frissche jonge krachten ontluiken daar voor het moderne maatschappelijke leven, onder den invloed van frissche jonge ideeën.

En dan ontmoeten wij bij de intrede in het rustige dorpke, veilig in de schaduw van het hoogopkoepelend kerkgebouw, een inrichting, die reeds in den lande een voortreffelijke faam geniet, nl. de. R.-K, Landbouwhuishoudschool met het St. Henricus-gesticht.

Vlak in de omgeving, waar vroeger de meistreel in burchtlanen vóór de poort, de adellijke jonkvrouw ter eere, zijn minnelied heeft gezongen, daar zingt nu het moderne levenden jeugdigen, practischen boerenmeisjes het lied van den vooruitgang toe.

DE LANDBOUWHUISHOUSCHOOL:
het wegen van de melk.

Pastoor Offermans, die het initiatief nam tot de stichting dezer school, heeft voldoening van zijn werk. Van jaar tot jaar zag hij het aantal leerlingen, meisjes uit den meer gegoeden landbouwstand, toenemen, zoodat het thans de dertig reeds heeft overschreden, die van een veertiental Eerw. Zusters der Goddelijke Voorzienigheid en van gediplomeerde landbouwonderwijzers onderricht genieten naar de meest moderne eischen des tijds, terwijl pastoor Offermans, tijdelijk voorzitter van de vereeniging tot opvoeding van meisjes uit den boerenstand, de godsdienst- en zedeleer doceert.

Het personeel der school bestaat uit een zuster voor huishoudonderwijs, eene voor handwerken en ziekenverpleging, twee voor herhalingsonderwijs, eene voor de boerderij, twee voor andere werkzaamheden, terwijl nog zeven eerw. zusters haar werkkrachten en zorgen besteden aan het Liefdegesticht.

Vóór den middag wordt theoretische en practische kookles gegeven, terwijl de namiddagen verdeeld zijn over andere vakken.

Dat heel het onderwijs en de opvoeding een door en door katholieken geest ademen, behoeven wij nauwelijks aan te stippen. In geen enkel vertrek ontbreekt het kruis.

De leerlingen moeten bij haar aanneming bepaald den ouderdom van vijftien jaren hebben bereikt en het voornemen hebben den geheelen cursus te volgen, die twee jaren duurt. Na het doorloopen van den tweejarigen cursus wordt hun het diploma uitgereikt. Het kost- en leergeld bedraagt slechts hondcjrd-vijftig gulden per jaar en men begrijpt, dat de financiëele lasten dezer mooie inrichting zwaar zijn.

DE LANDBOUWHUISHOUSCHOOL:
het onderzoek der melk naar de nieuwste methoden.

Niettegenstaande dat werkt zij, gesubsidiëerd door Rijk en Provincie, met groot succes, en met genoegen kan worden vastgesteld, dat het bezoek uit Noord-Brabant aan deze school sterk toeneemt, terwijl ook leerlingen uit andere provinciën van het onderwijs komen genieten.

Aan zoo’n school was inderdaad behoefte.

Wat heeft een boerendeern er aan of ze kan borduren en pianospelen, een sierlijke buiging weet te maken en zich het haar onberispelijk naar de mode kan kappen.... ze is ontgroeid aan de boerderij en de meesten harer huldigen de leus: nooit zal ik trouwen met een boer.

In dit opzicht hoeft de katholieke Landhouwschool voor meisjes uit den boerenstand te Lierop bij Helmond de zoo hoognoodige verandering en uitkomst gebracht.

In frissche gebouwen, waar lucht en licht in overvloed toestroomen, wordt in deze gezonde streek aan de jonge boerenmeisjes in alles een haar passende opvoeding gegeven en worden zij gevormd tot godsdienstige, huiselijke en werkzame moeders, huisvrouwen, boerinnen van den echten goeden stempel.

Zoowel in woonhuis als in boerderij, met stallen volgens de laatste en beproefde voorschriften van deskundigen ingericht, is er naar gestreefd een navolgbaar