Pagina:De dichtwerken van P.A. de Génestet.pdf/305

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
Natuur! uw teedre stem klinkt zacht
     In mijn gemoed;
’k Buig, lieve schoonheid, voor uw macht,
  Die ’t beetre kweekt en voedt.

Ik ben niet koel voor ’t aardsch genot,
     En zeg het vrij!
(Tartuffe, tot excuus voor God,
  Voegt daar een fraze bij!)

Graag spreide ik zegen in het rond,
     ’t Geen niets beduidt,
Want ach, toch blijf ik in den grond
  Een egoïste guit!

’k Wou beter wel en vromer zijn !
     Doch, als ge ziet,
Ontdaan van allen pronk en schijn,
  Ben ’k zóó en anders niet!

Ik heb mijn kwaad, ik heb mijn goed,
     Als iedereen,
’k Ben maar een mensch van vleesch en bloed....
  Gij zijt vast geest en been!

December 1860.



 

TURKSCHE BEELDSPRAAK



  U volgen op uw levenspaên
  Twee Englen, die u gadeslaan,
  Ter rechte en linke; beide schoon
  En goed, twee milde hemelboôn,