Pagina:De dichtwerken van P.A. de Génestet.pdf/304

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

BEKENTENIS

(Naar het Proza van Anonymus)



And you, Sir?
’k Ben maar een mensch van vleesch en bloed
      Als iedereen!
Dies zet ik me op geen hoogen voet
  En zeg geen deftigheên.

Mijn naaste min ik, zoo als mij....
      Zooveel ik kan!
Opdat ik u bemin, wees gij
  Beminljk, lieve man.

’k Rust, onder al mijn pijn of leed,
      In hooger wil.
Maar ’k dacht soms: baatte klacht of kreet,
  Ik hield mij wis niet stil!

Mijn hart, het is een wonderding,
      ’t Is wit en Zwart!
Zoo goed, zoo slecht, zoo zonderling,
  Precies – een menschenhart!

’k Had willen sterven, menig keer,
      In bang verdriet!
Doch zie! nu kies ik ’t leven weer
  En glimlach en geniet.

Ik tuin wat rein is, goed en waar,
      Toch, gul gezegd,
’k Ben voor asceet of martelaar
  Niet in de wieg gelegd.