Pagina:De dichtwerken van P.A. de Génestet.pdf/319

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
Doodlijkste aller zonden:
Wee u, zoo ge in taal of toon
Aardig wordt bevonden!
Geestigheid heet spotternij,
Ongodisme, ketterij;
„Deftig, vormlijk, waardig”
Blijft de leus, en, heil den man,
Die het vroom verklaren kan:
„’k Ben volstrekt niet aardig!”



IX.

STICHTELIJK.

Wat zich als stichtlijk aan komt melden,
   Sticht ons maar zelden.
Wilt gij mij stichten, och, voortaan,
Och waarschuw niet, maar grijp mij aan!
Laat, bij uw zinrijke verhalen,
Gedachten in mijn ziele dalen,
Een glimlach om mijn lippen dwalen,
En in mijn ogen lok een traan!



X.

JAN RAP



Ware er, in het gemeen, geen andere keus
als tusschen rechtzinnig en lichtzinnig, ik zou
liever om mijne orthodoxie voor ouderwetsch
doorgaan, dan om mijn liberalisme ingehaald
worden door lieden van verdachten ernst.
Jan Rap is zeer vrijzinnig, zeer!
Hij houdt niet van die vromen: