Pagina:De dichtwerken van P.A. de Génestet.pdf/333

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

XXXV.

VERMITTLUNGSTHEOLOGIE.

Mijn Wetenschap en mijn Geloof,
Die leven saam en.... stoeien!
Het is je een lust om aan te zien,
Zoo'n recht geloovig knoeien.



XXXVI.

SANCTA THEOLOGIA.

Scherts ik met u, 't is in 't gelooven
Dat gij de ware schat niet zijt,
En dat gij geven kunt noch rooven
Wat eeuwig mij het hart verblijdt.



XXXVII.

BEURT OM BEURT.

VADERLANDSCHE KERKGESCHIEDENIS.

In Utrecht heeft voor jaren her
Van Heusde's licht geschenen.
Met 's mans disciplen toog zijn leer
En licht naar elders henen.
In 't Noorden heeft toen jaar op jaar
Een starretje geflonkerd;
Uw star, doorluchtig Leidenaar,
Heeft nu zijn. glans verdonkerd.
Doch — dit is — duidlijk — ook uw licht
Moet op zijn tijd weer kwijnen...
En dan ? o Goôn! dan is het Sticht
Weer aan de beurt, om met nieuw licht
Ons Neêrland te overschijnen.