Pagina:De dichtwerken van P.A. de Génestet.pdf/339

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

LI.

WAARSCHUWEND VOORBEELD.

De Liberalen van gistren - ach,
't Zijn kettermeesters van den dag.
Gij, Liberalen van heden,
Zult ge in hun voetspoor treden?



LII.

AUTORITEITS-ONGELOOF.

   Gelooven op gezag
    Dat mag
  Niet meer in onze dagen!
    Maar ach,
't Schijnt, niet-gelooven op gezag
Komt nu aan de orde van den dag,
   Bij zeker slag;
   Is 't beter? - wou ik vragen.



LII.

KETTERIJ.

De ketterij, die, zegt men, st—nkt —
Een woord dat niet welluidend klinkt! —
    Doch ik voor mij,
    Houd ketterij
Juist voor het zout der maatschappij,
Die, zonder haar, lang waar' ten roof
Van Heerschzucht, Domheid, Bijgeloof.
Slechts, waar ze onzeedlijk wordt, daar is
Ze mij een st—nkende Ergernis!