Pagina:De dichtwerken van P.A. de Génestet.pdf/363

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
Die op eens mijn ziel bestreden!
En ik dacht, wie ’t kwalijk neem’:
Wijsheid moog ten hemel streven, –
’t Schijnt me, of ’t raadselvolle leven
Droevig lacht met elk systeem!

1860.



XCV.

IDEALISME.

Doe ik mijn oogen toe,
Dan wil ik 't wel gelooven;
Doch als ik ze open doe
Komt weer de Twijfel boven.



XCVI.

VOOR DE OPTIMISTEN.

Gij weet het groote nieuws, en, hoe door 't nieuwe licht
Van Theologen, Filozofen, Oekonomen
        En andre Oomen,
Nu eerlang hier op aard de Hemel wordt gesticht?
Geduld maar, hongrig hart en hongerige magen!
      't Duurt nog een groote veertien dagen.



XCVII.

WEEMOED EN HOPE.

Op den bodem van het leven,
In de diepte van het hart
Rust de Weemoed