Pagina:De voeding der planten (1886).djvu/132

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd


 

DE BEWEGING VAN HET WATER.




In ons eerste hoofdstuk over de voeding der planten hebben wij gezien, dat, onder de stoffen waaruit de planten opgebouwd zijn, aan het water een zoo belangrijke rol moet worden toegeschreven, dat wij, bij de verdeeling dezer stoffen in bepaalde afdeelingen, daaraan naast de overige anorganische en naast de organische bestanddeelen een afzonderlijke plaats hebben ingeruimd. In dit hoofdstuk wenschen wij deze rol van het water te behandelen en gaan daartoe in de eerste plaats na, tot welke doeleinden het in het leven der planten gebruikt wordt. Geen leven laat zich denken zonder water. Waar sommige plantendeelen tijdelijk in drogen toestand verkeeren, is deze toestand tegelijk een periode van rust, gelijk bij rijpe zaden het geval is. Daarenboven zijn deze zaden, hoewel zeer arm aan water, toch niet volkomen droog, doch kunnen bij verwarming in droge lucht nog door verdamping een vermindering van hun gewicht ondergaan, die door de weegschaal gemakkelijk aangetoond kan worden. Trouwens, dit geringe watergehalte heeft ook in zaden nog een rol te vervullen, waarvan men zich vooral bij zulke zaden overtuigen kan, die, na rijp geworden te zijn, eerst nog geruimen tijd moeten liggen, voordat zij kiembaar worden. Hier vinden in het zaad langzamerhand veranderingen plaats, wier resultaat de genoemde eigenschap is, en die slechts onder den invloed van het aanwezige water kunnen volbracht worden. Overal echter, waar de plantencellen de zetel van belangrijker