Pagina:De voeding der planten (1886).djvu/138

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
130
DE BEWEGING VAN HET WATER.


men hem in een besloten ruimte b.v. een kleine broeikas of een glazen stolp brengen en hierin de lucht geheel met vochtdeelen verzadigen. Veel eenvoudiger bereikt men zijn doel, door de bladeren te verwijderen; het allereenvoudigst door den geheelen stam af te snijden en de proef juist op dezelfde wijze te nemen, als wij zooeven beschreven hebben (fig. 61). In dit geval blijkt de worteldrukking den geheelen zomer werkzaam te zijn, ofschoon zij bij lange na niet krachtig genoeg is om al het water te leveren, dat in de bladeren verdampt en dus tegenover de straks te bespreken zuiging slechts een ondergeschikte rol speelt. Deze hoeveelheid water, die de wortels in een bepaalden tijd omhoog voeren, kan men het best bepalen, wanneer men de in fig. 61 afgebeelde buis in haar middelste deel doorsnijdt en onder de naar beneden gerichte opening een vat ter opvanging van het uitvloeiende water plaatst. Weegt men dit vat van tijd tot tijd, zoo zal men door vergelijking het gewicht van het uitgevloeide water kunnen berekenen. Het blijkt dan, dat deze hoeveelheid vooral door twee voorname oorzaken bepaald wordt; nl. door de temperatuur van den grond, waarin de plant wortelt en door zijne vochtigheid. Hoe warmer en hoe vochtiger deze bodem is, hoe meer water de wortels in hetzelfde tijdsverloop in den stam persen. Verder kan men door zulke proeven de hoeveelheden water vergelijken, die door verschillende planten worden omhoog gestuwd en vindt dan, dat zij al naar gelang der plantensoorten zeer uiteenloopen.

Deze eigenschap der wortels, om het uit den grond opgezogen water met een zekere kracht omhoog te persen, is niet alleen aan boomen en heesters, maar ook aan kruidachtige gewassen eigen en kan bij deze laatsten op dezelfde wijze worden aangetoond. Zelfs bij kleine, tengere, eenjarige gewassen ontbreekt zij niet. Als voorbeeld noem ik de bekende sierplant Coleus Verschaffeltii. Snijdt men haren stam onder de onderste bebladerde takken door, en beschermt men de doorsnede tegen al te sterke verdamping, b.v. door er een omgekeerd glas over heen te plaatsen, zoo ziet men weldra een grooten druppel water uit de wond te voorschijn komen, die na kor-