Pagina:De voeding der planten (1886).djvu/162

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
154
DE SCHEIKUNDIGE BESTANDDEELEN DER PLANTEN.


sel is langen tijd een punt van verschil tusschen de verschillende onderzoekers geweest, totdat het eindelijk aan Boussingault gelukte zijne proeven zoodanig te nemen, dat zij geen andere verklaring toelieten, dan de door hem er uit getrokken conclusie, en dat aan alle bezwaren, die men tegen vroegere proeven ingebracht had, door nauwkeurige voorzorgen volledig was tegemoet gekomen. Zijne proeven over dit onderwerp behooren dan ook tot de schoonste, die ooit op het gebied van de scheikunde der planten genomen zijn. Ze volledig en met alle bijzonderheden te beschrijven ligt buiten onze opgave; toch wenschen wij ze wel is waar zoo kort mogelijk te schetsen, doch daarbij toch te doen uitkomen, welke de voornaamste voorwaarden zijn, die zij moeten vervullen, om hare bewijskracht in volle mate te behouden.

Boussingault gebruikte een vierkanten glazen stolp, die luchtdicht op een glazen plaat sloot. In twee tegenoverliggende zijden waren openingen gemaakt, waarin glazen buisjes eveneens luchtdicht sloten. Aan de eene zijde werd door een zuigtoestel (een zoogenoemden aspirator) voortdurend lucht uit de stolp weggezogen, die natuurlijk vervangen werd door lucht, die door het buisje aan de andere zijde binnentrad. Het kwam er nu op aan, te zorgen, dat deze binnentredende lucht vrij was van stikstof-verbindingen, en dus slechts uit vrije stikstof, zuurstof en hoogstens nog waterdamp bestond. Hiertoe werden aan het genoemde buisje een stel andere buisjes verbonden, die de lucht achtereenvolgens doorloopen moest, voordat zij in de stolp kon komen. In deze buizen werden stoffen gebracht, die de eigenschap bezitten de stikstofverbindingen der lucht op te slorpen en in zich vast te leggen, zoodat de daar door gegane lucht geheel vrij van deze stoffen was. In den wand van de stolp was nog een derde buisje aangebracht, om koolzuur in willekeurige hoeveelheid toe te voeren, en ook dit koolzuur moest een reeks van bewerkingen ondergaan, eer het zuiver genoeg was om de lucht in de stolp niet met stikstofverbindingen te verontreinigen. In de stolp moesten de planten gekweekt worden, en wel in een bodem, die zelf natuurlijk geen stikstofverbindingen mocht bevatten. Deze grond