Pagina:De voeding der planten (1886).djvu/185

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
177
DE LEER DER BEMESTING.


de theorie van den landbouw, moge het verontschuldigen, dat ik hier in korte woorden een praktisch gebruik van deze eigenschap wensch in herinnering te brengen. Ik bedoel het filtreeren van het drinkwater, dat, na in de duinen in kanalen en bassins verzameld te zijn, door onze waterleidingen aan verschillende steden, in ons vaderland o.a. aan Amsterdam en 's Gravenhage wordt toegevoerd. Het water, dat in de bassins en kanalen aan de open lucht gestaan heeft, waarin door afgevallen bladen of afgestorven planten en dieren rottende stoffen gekomen zijn, dat in één woord verschillende stoffen bevat, die zijn waarde als drinkwater vermindert, moet, voor dat het in de buizen aan de verbruikers wordt toegevoerd, zuivering ondergaan. Deze bestaat daarin, dat men het door zand filtreert, waarbij het zand de bedoelde stoffen absorbeert en dus aan het doorsijpelende water onttrekt. Daartoe gebruikt men groote, vlakke bassins, wier bodem met een laag zand bedekt wordt, waarop men water laat vloeien. Dit zakt langzaam door het zand heen, en geeft zijn schadelijke stoffen hieraan af. Het door het zand heen gefiltreerde water wordt verzameld en is gereed om in de buizen geperst te worden. Het behoeft wel geen vermelding, dat het zand van tijd tot tijd verwijderd en door nieuw vervangen moet worden, daar het slechts een beperkte hoeveelheid van elke stof kan absorbeeren, en deze daarna bij voortgezet gebruik ongehinderd zou laten doorvloeien.

Het absorptievermogen is niet voor alle grondsoorten hetzelfde en kan, door toevoeging van bepaalde stoffen, verhoogd worden. Zeer gering is het bij compacten leemgrond en bij zulke zandgronden, die arm aan klei, bijna geheel uit zandkorrels bestaan. In een fijn poreuzen grond daarentegen is het in den regel zeer groot. Boschaarde bezit slechts een gering opslorpend vermogen voor verschillende stoffen, b.v. voor kiezelzure kali (zoogenoemd waterglas). De oorzaak hiervan is in het groote gehalte aan humus te zoeken; vermengt men deze aarde met fijn gestampt krijt, zoo neemt het absorptievermogen toe. Voegt men 10 % van dit krijt toe, zoo verkrijgt zulke aarde niet zelden het vermogen van 70—80 maal