Pagina:De voeding der planten (1886).djvu/184

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
176
DE LEER DER BEMESTING.


men uitging van de geringe hoeveelheden van de verschillende stoffen, die onder gewone omstandigheden in den grond geabsorbeerd zijn. Om dit te bewijzen maken wij van de zoo even beschreven inrichting gebruik en gieten op de aarde in den trechter nu geen zuiver water, doch een oplossing van het een of andere zout, en wel van een bepaalde sterkte. Nemen wij b.v. een oplossing van phosphorzure kali, een stof, die in elken vruchtbaren bodem voorkomt, en waarvan de elementen tot de voor het plantenleven noodzakelijke behooren. Over de rol, die phosphorzuur en kaliumverbindingen in het plantenleven spelen, hebben wij in ons laatste hoofdstuk gesproken. Vergelijkt men nu de sterkte van de opgegoten oplossing met die van het doorgevloeide vocht, zoo ziet men dat de laatste veel geringer is. M.a.w. de aarde heeft uit de doorzakkende vloeistof een zekere hoeveelheid phosphorzure kali opgenomen, of, zooals men het noemt, geabsorbeerd. Giet men nu weer zuiver water op, zoo neemt dit slechts een zeer klein gedeelte van het zout op, en loopt dus eveneens bijna zuiver af. Hetzelfde geldt van de overige stoffen, die in den grond gewoonlijk voorkomen. Slechts door zeer langdurig uitwasschen, met groote hoeveelheden water; is het mogelijk de geabsorbeerde zouten uit aarde te verwijderen. Een zeer goede methode, om het absorptievermogen van grondsoorten te demonstreeren is het gebruik maken van gekleurde vloeistoffen, b.v. van water, dat door de aanwezigheid van rottende plantaardige deelen een bruine kleur heeft aangenomen. Het is goed de vloeistof eerst in een anderen trechter enkel door filtreerpapier te laten loopen, ten einde alle zwevende deeltjes er uit te verwijderen, en zich te overtuigen, dat de bruine kleurstof werkelijk opgelost is. Deze bruine vloeistof, op de aarde in onzen eersten trechter gegoten, loopt helder of ten minste bijna helder af. Men ziet hier dus het feit voor oogen, dat de aarde deze kleurstof absorbeert, en behoeft geen verdere onderzoekingen, om zich van het bestaan dezer eigenschap te overtuigen.

De belangrijkheid van dit absorptievermogen van bouwgronden voor de leer van het leven der planten, zoowel als voor