Pagina:De voeding der planten (1886).djvu/19

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
11
DE BOUWSTOFFEN VAN HET PLANTENLICHAAM.


wisseling uit het lichaam te verwijderen. Men ziet, dat deze laatste overeenkomen met datgene, wat wij zoo even de versleten stoffen des lichaams hebben genoemd.

Leven zonder zuurstof is voor de planten evenmin mogelijk als voor den mensch en de dieren. Wel kan een door de zon beschenen plant in een zuurstofarme lucht het aanwezige koolzuur ontleden, en zoo voor hare verdere ontwikkeling de noodige zuurstof zelf bereiden, doch wanneer men voortdurend dit gas weg voert en door zuurstofvrije lucht vervangt, zal het leven der plant onder deze omstandigheden slechts van korten duur zijn. Gemis van zuurstof doodt daarentegen de plant niet terstond, doch het doet de levensverrichtingen stilstaan; wordt na eenigen tijd dan weer zuurstof toegevoerd, zoo blijkt de stoornis slechts tijdelijk geweest te zijn, en herstelt de plant zich na korter of langer tijd in haar oorspronkelijken toestand. Een langdurig oponthoud in een zuurstofvrije omgeving kan een plant daarentegen niet zonder gevaar voor haar leven ondergaan. De meest sprekende bewijzen voor de belangrijkheid van dit gas voor de stofwisseling leveren zonder twijfel de gevallen van prikkelbaarheid en periodische bewegingen. Iedereen kent het Kruidje-roer-mij-niet (Mimosa pudica). De blaadjes van deze plant zijn gevind, doch daarbij nog eens vier aan vier op een algemeenen bladsteel te zamen ingeplant. (Fig. 1). Op de plaatsen waar een bladschijfje aan zijn bladsteel verbonden is, of waar de vier bijzondere bladstelen aan den algemeenen steel vastgehecht zijn, en eindelijk waar deze aan den stengel bevestigd is, treft men geledingen aan, die min of meer aangezwollen zijn, en waardoor de bewegingen van onze plant bewerkt worden. Raakt men voorzichtig een gevind blaadje aan, zonder daarbij de geheele plant te schudden, zoo ziet men de bladschijven van dit blaadje zich naar elkander toe bewegen, en zich met hare bovenzijde tegen elkander aanleggen. Men kan zelfs door een uiterst voorzichtige aanraking het er toe brengen dat slechts enkele bladschijven zich bewegen, doch meestal plant de prikkel zich snel over het geheele blad voort. De nevensgaande figuur vertoont twee takken van het Kruidje-roer-mij-niet; van den eenen