Pagina:Een klein heldendicht.djvu/33

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

en ving ze in zijn hart parelend op.

Het was een groot rumoer van gaan en komen,
de arbeiders vulden geheel de zaal.

En de zaal zette zich, en was een wolk —
in 't dikke blaauw schemerden stil de hoofden —
en allen werden, allen keken stil
naar waar vijf hoofden als vijf sterren blonken.

En een stond op, Willem kende hem wel,
zijn hart ging open want hij had hem lief,
zooals een vriend een kameraad bemint,
vaster bestaat geen liefde op de aarde.
En 't was Willem toen hij tegen de zaal
begon te spreke', of hij sprak tot zijn hart.

„Wanneer de mannen van een ieder vak
zich zamelen zooals een golf zich zamelt

29