Pagina:Eenzame Liedjes (1906).djvu/61

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen



En ik luisterde en boog naar de winden: —
Die liepen langzaam door de eeuwigheid heen —
En ik zweeg en bleef achter. —

En toen ik weer zag in die nachtlijke ruimten,
Hing de onpeilbare hemel op eenmaal
Vol heldere sterren!



 


1905.