Pagina:Else.djvu/13

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

onmogelijkheid daar stond, was zij een even groot raadsel voor de moderne architectuur als die van Noach.

Het moest toch heel sterk wezen, want anders was de Bende al lang in den kelder gevallen, zooveel leven als er overal was. Dit was een groote ergenis voor de Falbe's, vooral 's nachts, wanneer er boven in de Bende onrust was. Overdag waren broer en zuster beiden uit. Zij had een meisjesschool in het meer deftige gedeelte van de stad, en hij was in geen geval in de Ark.

Zij behoorden tot een oud-ambtenaarsgeslacht, maar daar was iets gebeurd met hun vader. Het gerucht liep, dat hij zich opgehangen of doodgeschoten had, wegens verduisteringen, maar dat was een twintig jaar geleden en in een anderen hoek van het land; niemand wist er het rechte van.

Een ding was zeker, de kinderen bleven halve vreemdelingen in de stad en leefden eenzaam en stil. Juffrouw Falbe's meisjesschool stond in een groot aanzien, ofschoon zij zelf geen beminde persoon was. Daarvoor was zij al te heerschzuchtig en origineel.

Juffrouw Falbe kon een vijfendertig jaar zijn — de broer was twee, drie jaar jonger. Zij was blond met een grooten gebogen neus en ernstige oogen, maar soms kon zij zoo vriendelijk glimlachen, dat menschen, die dit voor het eerst zagen, geheel verbaasd waren.

Kristian Falbe leek op zijn zuster, maar hij was een flinke man, de groote familieneus kleedde hem beter.

Om dezen zelfden neus verzamelde zich reeds in zijn dertigsten jaar een roodachtige wolk — want Kristian Falbe dronk te veel.

Wanneer hij in een groote stad geleefd had, zou