Pagina:Else.djvu/47

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

niets anders op stond dan het opschrift van de rubrieken: naam, ouderdom — door wien aanbevolen, etc. — aan den kant stond een inktkoker met een beschilderde ganzenpen als decoratie en een nieuwe stalen pen om ermee te schrijven.

Maar niemand kwam, en mevrouw werd menigmaal een beetje ongeduldig. Af en toe werd er vergadering gehouden, of de kapelaan kwam binnen loopen om over de quaesties der vereeniging te spreken. Het was zijn speciale zaak met het jonge mansvolk over deze dingen te praten, en de mooie oogen van de inspecteursyrouw moesten zich dikwijls bedeesd neerslaan, maar zoo was het toch ook een verheven gevoel, dat men — zooals de kapelaan zeide — te midden van zijn eigen reinheid, toch oog had voor de zonden om zich heen en deed wat in zijn macht was om de gevallenen te redden.

Thuis in de Ark leefde men zooals men kon; maar niet altijd zooals men moest. De man met de vele gezichten had zich herhaaldelijk vertoond en met deze bezoeken volgde er altijd een genoeglijke welstand en een welwillend humeur bij de muffe hospita.

De trio-concerten bloeiden daarom, en het was niet alleen de zalige Fürstenau die er onder lijden moest, maar ook anderen en Ralliwoda — ja zelfs vader Haydn moest zich erin schikken om getrillerd te worden door den ölkonoom, getrommeld door Jörgen Tambur en gehamerd door den ouden Schirrmeister, die als een razende speelde, en dronk als een Duitsch muzikant.

Kristian Falbe had het geheele najaar door een van zijn allerergste perioden, en dit nam de zuster zoo