Pagina:Else.djvu/48

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

geheel in beslag, dat zij geen acht erop sloeg, hoe bleek en veranderd Else geworden was.

Madam Späckbom merkte het daarentegen wel; maar zij glimlachte met haar wijzen lach: wanneer jongelui verliefd werden, zagen ze er altijd zoo uit, een tijd lang.

Terstond toen zij Else met Svend samen zag, had zij bij zichzelve gezegd: dat wordt een paar. Zij pasten zoo uitstekend bij elkaar dat zag madam direct, en zij had een zekeren blik op dergelijke dingen.

Toen daarom op een Zaterdagnamiddag Svend zich verlegen en houterig voorstelde, was madam Späck- bom uiterst vriendelijk tegen hem, en verzocht hem op de kanapé te gaan zitten, terwijl zij Else ging halen uit de keuken.

Maar Else was daar niet, zij was niet aanwezig, zij was nergens te vinden. Zij vertoonde zich eerst een goed uur later, nadat Svend eindelijk gegaan was. Madam schold op haar, maar glimlachte toch diplomatiek, want ook dit symtoom kende zij: juist zoo gedroegen zich meisjes, die het ’t meeste te pakken hadden.

In de eerste dagen had Loppen de oogen niet opgeslagen. Zij bemoeide zich ijverig met de huishouding en ging nooit uit; maar ’s nachts weende zij van schaamte en angst; iederen morgen verwachtte zij dat de geheele wereld het weten zou.

Toen echter de eene dag voor, de andere na voorbij gleed, zonder dat iets gebeurde, en alles ging zooals voorheen, zonder de minste aanduiding op haar, begon zij te denken, dat het niet zoo gevaarlijk was. Daar was een angstigheid over haar, die nieuw was, zij