Pagina:Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift vol 040 Een Jheronymus Bosch bij R. W. P. de Vries.djvu/2

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

285
EEN JHERONYMUS BOSCH BIJ R. W. P. DE VRIES.


voorliefde, dat hij ze bij dozijnen heeft gemaakt. In de weinige, die bekend zijn, zal men geen twee koppen vinden, waarvan de ééne eene herhaling kan worden genoemd van den andere; elk werk is in al zijne koppen telkens weer eene geheel nieuwe schepping. Het is geen bewijs van phantasie (die uitte hij op andere wijze, in wat men in zijn tijd „wonderlijke vindingen” noemde), maar wel een bewijs van eene steeds levend blijvende belangstel­ling in het „leven”, waarvan de menschelijke physionomie de culminatie is.
De onjuiste opmerking is gemaakt, dat de gezichten van den gemeenen man met zijne lage en harde instincten aan Bosch als karakteristiek beter gelukten dan die van den edelman, den geletterde of den geestelijk aan­gelegde of den ontroerde; kortom, dat de weergave van de ruwe gevoelens hem beter afging dan die van de edele gevoelens.
De Bruid op de Bruiloft van Kanaä (het bekende jeugdwerk in de coll. Koenigs te Haarlem) heeft het zacht-schuchtere en edele van de maagd, aan wie het groote geluk ten deel is gevallen. De Madonna in het Prado heeft de zacht-lijdende moederliefde, halfdroomend na lange nachtwaak. De H. Agnes op hetzelfde stuk heeft eene bijna gelijke expressie en de donateur heeft den geestelijken hoogen ernst, dien men op Bosch’ zelf­portret vindt (in den Recueil d’Arras), welk portret, met de oogen van da Vinci’s zelfportret, voor een da Vinci niet onderdoet in adel. De koppen op de Geboorte met de aanbidding der herders, in Keulen, hebben in de magere gezichten den ernst van menschen, die veel waardig gedragen leed hebben doorstaan. Zijn Christuskop op het hier te bespreken werk heeft de edele gelatenheid van het godsdienstige slachtoffer. De H. Veronica op de Kruisdraging te Gent heeft het sphinx-achtige, dat boven goed en slecht is verheven. De Vagebond op den buitenvleugel van den Hooiwagen in het Escuriaal, en de Verloren Zoon uit de Coll. Figdor te Weenen, ongetwijfeld zelfportretten, zijn zeker niet edel te noemen als gezichts­vorm, maar aan de expressie ontbreekt het edele niet.
Zijne koppen hebben positiever, scherper uitdrukking dan die van Brueghel, die meestal neutraler is, soms, zooals in de Blinden te Napels en in den kop van de Oude Vrouw uit Weenen (op de Antw. Exp.), tragischer. Bosch was een niet minder gevoelig waarnemer, maar de tragiek was voor hem een gesloten boek. Het is het eenige, dat buiten zijne spheer lag. Als scepticus ontbrak hem het gevoel voor het tragische, zooals dat ook aan da Vinci, den grootsten Renaissancist-humanist, vreemd was. Maar beide kanten van het menschelijke waren hem toegankelijk.
Het is een merkwaardig en onbegrijpelijk verschijnsel, dat Bosch het monopolie heeft gehad van de soort voorstellingen, waartoe dit paneel, (door het Rijks Mus. aangekocht) behoort. Noch vóór, noch na hem zijn zulke koppen-composities gemaakt.