Marie de Bruijne, der outse dochtere, getroudt hebben[de] Guill[iam]em van[den] Weelden, Marinus sone, item van[den] [voer]gen[oemde] Jo.e Isabella de Bruijne, mett[en] v[oer]gen[oemde] Sr Johan Villan, haeren wettigen manne ende momboir, ten by wesene van mr. Jan van Bossum, greffier der stadt van Brussel, ende van[den] genomineerde toesienders die midts sekere sijne occupatien v[er]cleerde den last vant v[oer]s. toesienderschap niet te cunnen aenveerden, wesen[de] tevreden dat inconformiteyt van[den] v[oer]s. testamente den anderen bequaemen persoon in sijn plaetsse sal worden gesurrogeert, item oyck ten bijwesene van S.r Guill[iam]em vander Weelden, der v[oer]s. weesen moederl[ycke] oom, ende begonst op den 11.e augusti a.o 1605, ter p[rese]ntien van Jaspar van[den] Herstraten, oijck not[ar]is, ende Loijs Frarijn, schrijver, beijde poirtters ende ingesetenen des[er] stadt, als getuygen hier over geroepen.
[…]
