Naar inhoud springen

Pagina:FrankVanDerGoesWerk1939.djvu/111

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

het begin van 1887 buitenslands, geraakte in de politiek steeds verder van den eenig juisten weg. Zijn vergeefsch wachten op een onmogelijke gebeurtenis stemde hem bitter. De noodzakelijkheid van letterkundigen arbeid voor zijn brood vervreemdde hem van de werkelijkheid, dwong hem zijn toch reeds niet op een bepaald staatkundig doel gerichte propaganda, uitsluitend schriftelijk, veelal belletristisch te voeren. Menigmaal stak hem de walg wegens deze zijne eigen houding en het looze, onvruchtbare succes van zijn pennewerk. Ook dit is een teeken van zijn door geen onafhankelijk denken noch onverschrokken kritiek te doordringen burgerlijke begrensdheid. Omdat zijn geschrijf het doel niet trof dat het onmogelijk had kunnen bereiken, nl. een doortastend optreden van de bourgeoisie te zijnen gunste, wanhoopte hij aan de nuttigheid van het schrijven. Hij verwachtte een wonder: dat Droogstoppel aan Multatuli de hand zou reiken tot een revolutionnairen maatregel. En de zelfzuchtige, daadlooze, aan alle idealen ontzonken bourgeoisie vond, het moet erkend worden, in Multatuli een leider die het haar niet lastig maakte. Zijne kritieken waren fraaie prozawerken, bij de meeste boekhandelaren verkrijgbaar, verschenen bij soliede uitgevers; en de persen van Funke kraakten beurtelings van de "Ideeën" en van het "Nieuws van den Dag". Gesteld dat zij hadden gewild, hoe hadden zij zich moeten gedragen—de koopers en lezers van Multatuli's werken? Iets anders dan litteratuur werd hun niet geboden, een programma van aktie bleef hun onthouden, het middel om bewondering voor het geschrevene te verheffen tot handeling in den geest van den schrijver hield Multatuli vóór zich.

Inderdaad, hoewel tot zijn dood Douwes Dekker zich bleef plagen met de bepeinzing van het groote raadsel zijns levens,—een man van aktie zelf te zijn en van het volk dat hij toesprak niets dan aktie te begeeren, doch behalve de eene groote daad in zijn ambtenaarsloopbaan niets te hebben verricht dan letterkunde en niets te hebben verkregen dan letterkundige beroemdheid, is deze schijnbare tegenstrijdigheid slechts de volkomen logische

107