Pagina:FrankVanDerGoesWerk1939.djvu/125

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

winst voor de menigte en als een privilegie van enkelen, dat een poging om dezen toestand te veranderen gelijk staat aan het te voorschijn roepen van den chaos waarin alle geluk en beschaving ondergaat, het leed en de moeite vruchteloos worden gemaakt van tallooze geslachten.—De werkman, echter, die het kort begrip van 's werelds kwaad dagelijks ontmoet, ontdaan van ideologische hulsels, eindigt spoedig met alle grootere euvelen van dezen tijd te erkennen als gevolgen van het ekonomische stelsel dat de grondslag is van onze maatschappij. Hij kan niet berusten maar moet tot zijn laatste oogenblik strijden tegen de nooden die het kapitalisme legt op zijne klasse. Verzet hij zich niet langer, dan is zijn laatste oogenblik gekomen. De gegoede geleerde, de wijsgeer, de staatsman heeft de keus tusschen een deelnemend gadeslaan, een werkzaam ingrijpen, een onverschillig toekijken. Maar de arbeider niet. Hij brengt zijn leven door met een voortdurende poging om in het leven te blijven. Hij is verplicht den strijd te aanvaarden, en zijn leven, zijn arbeidskracht zoo duur mogelijk te verkoopen. Hij kan geen pessimisme bekostigen, hij heeft alleen iets te hopen van zijn inspanning en zijn geluk. En van zijn dagelijksch werk tot zijn politiek, is maar één stap. Het is dezelfde strijd: het verzet tegen het kapitalisme. Het individu tracht van de door hem voortgebrachte waarde een grooter deel te krijgen dan de arbeidsgever bereid is te verleenen. De klasse streeft naar afschaffing van het stelsel dat haar aan die van de bezitters onderwerpt. En zal hij nu vreezen voor eenig kwaad als hij de middelen om te produceeren aan de handen ontneemt van die hem uitzuigen, en hun bezit gebruiken zoover er winst mee te persen is uit arbeiderslichamen? Hij ziet te goed als in den spiegel van zijne dagelijksche ervaring die niet liegt, al de specifiek-kapitalistische en maatschappelijke oorzaken van de euvelen door welgezinde burgers toegeschreven aan algemeen-menschelijke en natuurlijke redenen, om in zijn revolutionnair streven naar een samenleving van een hoogere orde te worden weerhouden door eenige aarzeling of

121