Pagina:FrankVanDerGoesWerk1939.djvu/161

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

dernemers niet ten dienste staan, gemakkelijker kan herstellen. Doch ook afgezien van dit speciale belang der beter ingerichte werkplaatsen, hadden, zegt Von Plener, "de besliste vooruitgang in den toestand der textielarbeiders in zedelijke en stoffelijke opzichten en de voortdurende toeneming van de produktie, ondanks de verkorting van de werkuren, van lieverlede de fabrikanten en het publiek overtuigd, dat hunne oorspronkelijke hevige oppositie tegen de wettelijke beperking van den arbeidstijd ongegrond was geweest, en dat hare uitbreiding tot andere takken van nijverheid niet de verderfelijke gevolgen zou hebben, welke men algemeen in 1843 had ondersteld en voorzegd".

Heeft dan, zou men willen vragen, het steeds terugkeerend verzet van iedere patroonsklasse geen anderen grond dan een misverstand, sedert lang door de ervaring opgehelderd, of een vooroordeel door haar weerlegd? Doch de vraag naar de oorzaken van dit verzet kan moeilijk door een enkele formule worden opgelost. Er komen een aantal omstandigheden bij in aanmerking. In sommige vakken zijn reeds de ergste misstanden verholpen; niet in alle zou elke verdere verbetering tevens gunstig zijn voor de ondernemers. De altijd fellere konkurrentie maakt hen huiverig voor iedere verandering in den graad of den aard van de uitbuiting, welke misschien voor hen een verslechtering is. Hoofdzaak echter, schijnt het zeer juiste besef te zijn dat elk voordeel door de arbeiders verkregen op den duur een nadeel is voor hen—indien niet een oogenblikkelijk voelbaar en zuiver ekonomisch nadeel, dan toch ten slotte een vastheid te minder in hun stelsel, een verloren punt, een gedane concessie, een niet meer ongeschonden en volledig beginsel. Wie om het recht van het spel meer dan om eenige knikkers strijdt, weet dat hij een volgende maal misschien, wanneer men zijn recht weer zal schenden, een nog grooteren inzet kan verliezen. Neen, de hoeveelheid produkten zal niet afnemen, bij verkorting van den arbeidstijd in dit of dat bedrijf met één uur, bijv. Maar dit maakt de vrees niet ongegrond dat het toegeven aan

157