Pagina:FrankVanDerGoesWerk1939.djvu/178

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

van een lageren maatschappelijken stand, die voor de mannen een huwelijk onnoodig maken of van eenmaal gesloten huwelijken de lasten helpen verlichten. Zij behoeven niet tevoren tot de publieke prostitutie te behooren, maar zij zullen er later veelal toe overgaan. Wijl de bijzit geen rechten heeft, niet uit eigen beweging haar minnaar is gevolgd, en zij voor haar zelve (en hare kinderen) afhankelijk blijft van zijn goeden wil, die in den regel niet langer duurt dan de lichamelijke bekoring waarom hij haar heeft genomen, is ook deze verhouding een vorm van prostitutie, slechts minder diep en hopeloos dan de geheel openbare van het bordeel, die van een vrijer geslachtelijk verkeer niets dan volkomen ontaarde trekken heeft overgehouden. Prostitutie is tegelijkertijd verslaving en ongebondenheid, en sluit daarmee het begrip van vrijheid uit. De man alleen geniet haar in het geringere gehalte van willekeur.

De onder de werking van warenproduktie en kapitalisme te weeg gebrachte verwording van vrije liefde tot prostitutie (in en buiten het huwelijk) laat zich eenigszins nagaan in zekere veranderingen op te merken aan de publieke bordeelen.

Het karakter van een verkoophuis voor seksueele bevrediging waarbij de vrouwen niet anders beschouwd of hooger aangeslagen worden dan de andere genotmiddelen voor geld verkrijgbaar gesteld, is, naar het schijnt, zelfs in den lateren tijd het bordeel niet altijd in die volstrekte mate eigen geweest. Sporen van eene inrichting die aan den oorsprong van de prostitutie herinneren, de behoefte aan een verkeer waarlijk vrijer dan het huwelijk kon zijn, maar dat niet enkel fysieke bevrediging bedoelde, zijn in een nog niet zeer verwijderd verleden aanwezig. De mannen zoeken in die huizen, wel geen blijvende verbintenissen, maar toch den omgang met vrouwen die zij niet beschouwen als seksueele koopwaar alleen. In dezen omgang vinden de mannen eenige vergoeding voor de ontberingen van een levenswijs, noodzakelijk vreugdeloos, eentonig, ruw, onhuiselijk, als het gevolg van een door hunne maatschappelijke positie aan-

174