Pagina:FrankVanDerGoesWerk1939.djvu/229

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

Doch met het verschijnsel van een klasse van armen, die de regeerende om redenen van Staat niet geheel aan haar lot vermag over te laten, komen wij reeds over de grenzen der warenproduktie in haar oudere vormen. De behoeftigheid die de eerste filantropische maatregelen noodig maakt, is niet de toestand van een klasse, welke krachtens de inrichting der produktie tot dien toestand onveranderlijk verwezen is. Zij is veeleer het ongeluk van lieden, die door niet-ekonomische oorzaken voor langer of korter tijd buiten de warenproductie geraken en aldus tot gebrek vervallen. Om de genoemde kategorieën van niet-producenten: weduwen en wezen, ouden en zieken te hulp te komen, ontstaan de inrichtingen welke iedere warenproduceerende maatschappij behoeft, wijl het ongeluk dat sommigen aan de produktie onttrekt, beurtelings velen treffen kan.

Stoornissen in de produktie door natuurlijke oorzaken, die alle leden treffen, als de rampen van brand en watervloed, of wel geweld van buiten in den oorlog, benadeelen de geheele samenleving en scheppen geen behoeftige klasse binnen haar palen. Een volk kan tot het uiterste gebrek vervallen door een dezer oorzaken zonder dat zich de klassen-tegenstelling ontwikkelt of de ongelijkheid van maatschappelijke groepen, wier ongelijkheid voortkomt uit hun verschillend aandeel in het produktieproces.

 

II

 

De werkelijke maatschappijen der primitieve warenproduktie voerden een eeuwenlangen verdedigenden oorlog tegen het kapitalisme, dat als handels- en woekerkapitaal al hare vastheden bedreigde, zoowel de stoffelijke instellingen als de denkbeelden. Zonder reden te hebben zich bezig te houden met een nauwkeurige ontleding van het verschijnsel der warenwaarde, schreef men veeleer aan het warenlichaam de natuurlijke eigenschap toe van een prijs te bezitten die de moeite loonde van den maker. Gebeurde bij den ruil en inkoop dit somtijds niet, dan had er een afwijking plaats van den maatschappe-

225