Naar inhoud springen

Pagina:FrankVanDerGoesWerk1939.djvu/230

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

lijken regel. Kwamen zoodanige afwijkingen dikwijls voor, dan was de maatschappelijke grondslag aangetast. Dezen grondslag te behouden, de beperkte markt en de stabiliteit van de techniek in dienst eener produktie op kleine schaal, was het doel van den strijd, die eerst met de invoering van het grootkapitaal eindigde.

Het handelskapitaal heeft de zekerheid waarin de voorkapitalistische maatschappijen zich verheugden, op een voor dien vorm van het kapitaal eigenaardige wijze verstoord. Het produceerde niet zelf, en kon niet rechtstreeks het produktieproces wijzigen. Veranderingen brengen in den faktor die den noodigen tijd bepaalt door middel van de techniek, bleef dus aanvankelijk uitgesloten. Zoodra het handelskapitaal zich ook van de produktie had meester gemaakt, werden deze veranderingen, zooals men weet, met een onverbiddelijke en noodlottige snelheid ingevoerd.

De tweede faktor, echter, die door middel van wisselingen in de verhouding van vraag en aanbod werkt, hadden de vertegenwoordigers van het handelskapitaal des te meer in hun macht. Juist de omstandigheid, dat de markt beperkt was, die in den regel de zekerheid uitmaakte van de producenten zoowel als van de verbruikers, kon veranderen in een oorzaak van verderf. Hoe kleiner het terrein, des te eerder kon het zoo zeer gevreesde monopolie van een vermogend koopman er zich vastzetten. Blijkens de klachten die zich eeuwen achtereen doen hooren en het onophoudelijk inroepen van de wettelijke bescherming, was de moeilijkheid niet zeer groot om in de middeleeuwsche wereld, met haar bijna totaal gemis aan middelen van verkeer en vervoer, op levensmiddelen, grondstoffen en werktuigen beslag te leggen die de bevolking van een zeker gebied behoefde.[1] Benoodigdheden van welke soort ook, eenmaal in handen


  1. "Men kan zeggen dat tijdens de Middeleeuwen de ekonomische toestanden van dien aard waren, dat sommige personen, indien men hun dat niet had belet, bij machte zouden zijn geweest de beschikking te verkrijgen over de voorraden van koopwaren. Niet vergeten mag worden dat die voorraden, wat graan en andere voedingsmiddelen betreft, geheel en al plaatselijk waren; indien zulke pogingen konden slagen, mogen wij met iets grootere ingenomenheid ons rekenschap geven van de Middeleeuwsche wetgeving op dat punt." (Ashley, t.a.p. I, bl. 239).
226