Pagina:FrankVanDerGoesWerk1939.djvu/291

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

rusten en de vaart niet meer dan de gewone belemmeringen en risiko's ondervond, wat ging hem dan de rest van de republiek, van de provincie aan? Sommige kooplieden waren tegelijk industrieelen, en de handel die de goederen vervoert, bewaart, sorteert en somtijds eenige bewerking doet ondergaan, heeft voor deze verrichtingen een zeker getal arbeiders noodig. Maar het gedeelte van het kapitaal voor arbeidsloon bestemd, zal uit den aard van het bedrijf bij dezen handel slechts een klein bedrag van het geheel kunnen zijn. Het industrieele kapitaal, daarentegen, dat groote arbeidersmassa's gebruikt, heeft ook veel belang bij den toestand van de streken en klassen, welke hem de onmisbare arbeidskracht bezorgen. Van welken landaard zijn werkvolk is, onder welke wetten zij leven en geleefd hebben, kan een groot verschil voor hem opleveren. Alle regelingen van staatswege welke de gesteldheid van het proletariaat betreffen, zijn voor hem van gewicht. Hij moet wenschen dat zoodanige regelingen, tot zijn voordeel ingevoerd, gelden voor een zoo groot mogelijk politiek gebied. Dit maakt dat het eindigt bij de plaats waar de industrie gevestigd is. Om de genoemde redenen was dit in volstrekten zin van het woord evenmin het geval onder het handelskapitaal, bij thans vergeleken evenwel was dat belang bijna nul. Omstandigheden tengevolge waarvan de Amsterdamsche kooplieden veel meer geïnteresseerd waren bij gebeurtenissen in een stad of streek van het verre Oosten of Westen dan bij wat er voorviel in Haarlem of in Utrecht, zullen zich dagelijks hebben voorgedaan.

De andere groote oorzaak van samenhang en eenheid over een veel uitgestrekter grondgebied in het moderne kapitalisme ligt hierin, dat de industrie niet slechts buitenlandsch maar ook binnenlandsch debiet begeert. Waar de staatkundige grenzen getrokken zijn, eindigt ook de binnenlandsche markt. Uit dit oogpunt kunnen die grenzen nooit ruim genoeg zijn getrokken. Afschaffing van alle binnenlandsche beperkingen van verkeer en vervoer, opheffing van tolliniën, stedelijke en provinciale invoerrechten enz., vervolgens ook vergrooting van

287