Pagina:FrankVanDerGoesWerk1939.djvu/337

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

waarop te rekenen viel; hoe minder zeker van de guldens van de gegoeden, hoe ijveriger men passen moest op de duiten van de rest. En zoo vertoont zich het systeem als een onophoudelijke jacht op de schraalste beurzen, een ambtshalve gevoerden oorlog tegen de geringe bevolking.

Van uit een oneindig getal kleine blokhuizen welke het land bedekken, wordt die oorlog gestreden. In ieder een garnizoen: de kommiezen van den pachter, bijgestaan door helpers die het volk "verklikkers" en "kraaiers" pleegt te noemen. De blokhuizen vindt men overal waar de groote massa komt om te koopen of waar voor de behoeften van de massa wordt gewerkt. Een opzichtershuisje—somtijds genoemd cherchers-huisjes of -hutten—bij iederen molen voor het meel, bij iedere brouwerij voor het bier. Huisjes ook aan alle havens, op alle markten, naast alle poorten. Pakhuizen voor zeep, pakhuizen voor zout, pakhuizen voor wijn, bezet met personeel van den pachter dat geen pond of geen flesch laat uitgaan zonder dat de accijns is voldaan. En behalve deze vaste bezittingen in sterkten die elk haar omtrek voortdurend brandschatten, gaan mobiele kolonnes onvermoeid door het land, ieder aanhoudende, ieder betastende, ieder taxeerende die een boodschap bezorgt of een last vervoert aan accijns onderhevig. Geweld, bekeuring, arrestatie en boete bij poging tot sluikerij, bij het geringste verzuim van eenige formaliteit, bij het lichtste vermoeden op bedrog. Andere afdeelingen van deze offcieele rustverstoorders, die elken burger tevens als vijand en als schuldenaar hebben te beschouwen, dringen in de werkplaatsen van accijnsplichtige waren, leggen molens aan kettingen, verzegelen deuren, dooven vuren uit, gebieden den meester, verbieden den arbeid, nemen op nietige gronden in beslag, beschadigen en straffen naar welgevallen. Nog andere dienaren van dit gezag dat de tirannie van den bureaukraat vermenigvuldigt met de schraapzucht van den woekeraar, staan in hinderlaag waar wagens en schuiten aankomen om van de passagiers een bijslag op het reisgeld af te vorderen, of begeven zich aan boord om te zien of de lading behoorlijk is gedekt. Zoo is een enorm leger,

333