Pagina:FrankVanDerGoesWerk1939.djvu/411

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

Toch willen wij niet beweren dat bepaalde personen, in de eerste plaats de direkt betrokkenen, deze zaak opzettelijk en met kwade bedoelingen zouden hebben opgeblazen. Althans de hoofdpersonen meenden zeer ernstig wat zij er van zeiden en handelden er in te goeder trouw. Van de houding van koning Eduard spreekt dit vanzelf, maar 't zelfde geldt van zijn tegenpartij in het konflikt: het kabinet Baldwin en diens partijen in parlement en land, degenen die wij de ware machthebbers hebben genoemd. Voor hen bestond inderdaad een geval dat zij niet anders dan als ernstig konden beschouwen. Door dit begrijpelijk te maken, legt men tegelijk het wezen van deze zaak bloot.

Immers waren de machthebbers komen te staan voor de vraag of de man, door Baldwin in zijn grote parlementaire rede van 10 December zijn meester genoemd, zou trachten tegen hun wil zijn huwelijk door te zetten. Zeer waarschijnlijk hebben zij dadelijk geweten dat Eduard dit niet doen zou. Maar zolang daarover geen beslissing was gevallen en deze vraag het publiek in Engeland en de dochterstaten, ja in de gehele wereld bezighield, bestond voor hen inderdaad—de konstitutionele krisis. Reeds het feit dat men zich algemeen met die dingen bezighield, dat de kwestie van de verhouding tussen den werkelijken en den zogenaamden souverein aan de orde was gesteld en daarbij zijn intiemste aangelegenheden over de tong gingen, reeds die omstandigheid moest voor de regering te veel zijn. Ook de demonstraties ten gunste van den koning en zijn bruid, hoewel ongevaarlijk, konden voor de regering niet aangenaam wezen. Zoals duidelijk uit de berichten was op te maken, verlangde men daarom van die kant niet alleen een besluit in hun zin, maar ook een spoedige oplossing.

 

Als konstitutioneel (letterlijk: grondwettig) bedenke men verder, geldt in alle landen waar de bourgeoisie die regeringsvorm heeft weten in te voeren, dat de vorst zich altijd houdt aan de zogenaamde adviezen van de ministers. Wel heeft de konstitutionele koning of koningin

407