Pagina:FrankVanDerGoesWerk1939.djvu/60

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

gerezen trekt hij terug in zijn huis, zwijgend en alleen, begeerig te hervatten in het donker wat hij moest staken in het licht. In plaats van met halmen, geel en vol, bedekt zich de bodem met een dicht gewas van onuitroeibaar wanloof, verslagen en met stille tranen zien de menschen, voor wie het voedsel moest groeien uit den akker, het wonder aan dat hun hongersnood brengt, zij weten niet dat een hunner een schrikkelijke zaaier van leed, in den nacht de kiemen van hun nooddruft heeft verstikt... Verdriet, dit staat mij zeker vrij, en dit is een socialistische aesthetiek, vind ik leelijk, en het verdriet van veel menschen leelijker dan het verdriet van weinigen. Gebrek is ook leelijk, niet het hebben van weinig geld, tijdelijk of op den duur, van menschen die van-zich-zelf meer bezitten dan een millionnair hun geven kan, maar het opgroeien en voortleven van gewone menschen in afwezigheid van het noodige, waardoor zij hun lichaam en hun geest nooit iets meer kunnen laten doen en worden dan bij een toestand van niet-sterven hoort. Zij sterven niet, dat is alles wat men van hen zeggen kan. Als zij niet gierig en nijdig en valsch zijn, zijn zij mal-verkwistend, kruiperig en bot. Zij zien er machteloos, bleek en mager, verflenst uit, of zij zijn vet, opgezet, rood en grof. Is er in de natuur, in de levende wereld, iets zoo leelijks als de geestelijke en de lichamelijke toestand van een lijdend proletariaat? Het allerleelijkste wat er in de wereld is, een door armoede verteerd volk, willen de socialisten verhelpen. Zooals sommige ziekten een menschengezicht veranderen in een afgrijselijk masker, verandert het gebrek een massa van menschen in een troep dieren zoo afschuwelijk van zeden en voorkomen als er geen dieren te vinden zijn. De socialistische aesthetiek getuigt hier van, de socialistische wetenschap verstrekt de middelen om te genezen.

De socialistische aesthetiek ziet aan den anderen kant van de vuurlijn die de menschen verdeelt ook veel leelijks.... Te lezen in de natuurlijke historie dat sommige insekten, spinnen of vliegen, bedekt zijn met luizen, die zij notabene weer als voedsel gebruiken, is een wonder

56