Naar inhoud springen

Pagina:FrankVanDerGoesWerk1939.djvu/97

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

welke verandering de bestaande geestesbeschaving vroeger of later zou vergaan. Zeggen wij, dus, dat uit de arbeidersklasse voortaan de leiders van den vooruitgang komen en meer uitsluitend zullen komen, dan bedoelen wij niet dat een werkman als zoodanig beter kan vioolspelen of schaken of een studievak beoefenen, of een dagblad redigeeren, of een onderneming besturen, dan een lid van de burgerklasse—maar wij bedoelen dat geen persoonlijke bekwaamheden of goede wil bij de bourgeoisie bij machte zijn den geestelijken teruggang van hare klasse te stuiten, wijl de maatschappelijke omstandigheden waarin zij is geplaatst, het goede zelfs, dat uit haar mocht voortkomen, ten kwade keeren. Daarentegen bevorderen de maatschappelijke omstandigheden, in welke het proletariaat zich bevindt, de ontwikkeling van zedelijke en verstandelijke deugden—wij spreken van het klassenbewuste proletariaat dat den strijd voor zijn vrijmaking heeft ondernomen.

Iemand, bijvoorbeeld, die een talentvol kunstenaar is en tot de bourgeoisie behoort, kan zich niet losmaken van de bijgedachte aan de verkoopbaarheid van zijn werken (tenzij hij verkeert in den uitzonderingstoestand van andere inkomsten te hebben), en men weet dat de overgang van kunstwerken in handelswaar met het wezen van de kunst strijdig is. Bij de bourgeoisie is er haast geen geleerde die niet gekweld wordt door bezorgdheid over zijn carrière; en, als hij niet wordt gekweld, is het omdat deze bezorgdheid van hem heeft gemaakt den gedweeën dienaar van de machthebbenden. De beste industriëel is de scherpste uitzuiger, de knapste koopman de onverbiddelijkste strijder op het slagveld van de konkurrentie. Er zijn nog andere gevallen, die overduidelijk maken dat, wanneer eenmaal een produktiewijze haren tijd heeft gehad en in de periode van verval is gekomen, de instellingen door haar gevestigd, plaatsen van moreel en intellectueel verderf worden van de klasse welke door de produktiewijze tot aanzien is geraakt en haar ten eigen bate wil bestendigen. Deze gevallen zijn die, waarin alle regeeringspersonen en open-

93