Pagina:Frank van der Goes Herinneringen Nieuwe Gids (1931).pdf/140

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

verstaan om het gezamenlijk opgerichte en thans tot een even plotseling als ergerlijk verval geraakte orgaan op de been te brengen.

Evenwel heeft Verwey dat tijdstip niet in eenigen letterlijken zin gekozen om zijn recensie te doen verschijnen. Dit samentreffen was meer een ongeluk dan iets anders. Om zich daarvan te overtuigen behoeft men slechts de data na te gaan die hier in aanmerking komen. Het bedoelde stuk tegen Van Eeden is oorspronkelijk, eind Januari en begin Februari van het genoemde jaar, uitgekomen als artikelen in een toen nieuw en thans vergeten weekblad, getiteld „De Kunstwereld". Zij werden even later als brochure herdrukt en vonden in dien vorm waarschijnlijk de meeste lezers. Van een opzettelijk tarten van zijn kunstbroeder is zooals men ziet bij Albert Verwey—trouwens een op zich zelf reeds onaannemelijke verdenking—geen spraak geweest. Evenmin als wie ook kon Verwey toen weten dat hij zeer spoedig daarna, in April, aanleiding zou vinden om over een gemeenschappelijke litteraire onderneming met Van Eeden overleg te plegen, en dat onder omstandigheden welke niet hij maar Van Eeden beheerschte. Uit den door mij opgenomen brief blijkt ten overvloede dat bij het voorwerp van zijn uitvoerig en diepgaand onderzoek, de gevoeligheid nog geenszins was geweken...

„On le serait à moins"—gelijk de Franschman zegt.

 
139