Pagina:Frank van der Goes Herinneringen Nieuwe Gids (1931).pdf/17

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

hij er nota van nam en wel degelijk gevoelde, dat er iets van beteekenis achter stak, kon hetgeen voorloopig aan het licht kwam hem niet bekoren.

Wij hebben—schreef Huet aan Quack—uwe hand meenen te erkennen, en in elk geval uw geest, in de buitengewoon gepaste vermaning aan het adres van den Nieuwen Gids in de laatste aflevering van den Ouden.

Spoedig daarop bezocht Huet de familie Quack te Amsterdam en hij kan bij die gelegenheid hebben vernomen welke redakteur van den Gids inderdaad de "letterkundige kronieken" placht te schrijven, waarvan hier spraak is. Ook de kroniek in de Novemberaflevering, waarin het optreden van den jongeren konkurrent wordt besproken, is blijkbaar van Mr. J.N. van Hall afkomstig. Het is zijn korrekte, maar niet zeer levendige of puntige stijl en het zijn ook zijn gematigde maar weinig diepe gedachten. Ziehier het voor de kennis der toenmalige verhoudingen niet onbelangrijke dokument:

De Gids komt op jaren. Het feit is niet te loochenen: 49ste jaargang staat er op den omslag... Raken wij zoo langzamerhand niet wat verouderd? Wij zelven weten het nog wel niet... Wij werken nog met opgewektheid aan de taak van elken dag...
Waar er van de jongeren tot ons komen met iets wakkers en flinks, met een nobele gedachte
16