Pagina:Frederik van Eeden-Johannes Viator(1895).djvu/191

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
187
HET BOEK VAN DE LIEFDE.
 

aanstonds zal ik uit dit licht weer dalen, en om mij zal weer zijn het donkere gedrang mijner zoekende daden.

Maar ik heb het gezien; ik heb het gezien. Ik heb de schoonheid der Wereld gezien. Ik kan niet meer haten.

Welgevallig danken mijn oogen de groene, glijdende landen, waar de geduldige aarde het klare morgenleven leeft.


De morgen is de tijd der glanzende gedachten. Hoe heb ik den morgen lief!